Politie in oorlogstijd: moffenknechten of miskende helden?
- Nieuws
- Politie in oorlogstijd: moffenknechten of miskende helden?
Verzet is nooit gemakkelijk. Maar hoe kun je verzet plegen als je voor een foute organisatie werkt? Dr. Hinke Piersma, historicus bij het Nederlands Instituut voor Oologsdocumentatie (NIOD) schreef een boek over het verzet bij de politie. Op eigen gezag, politieverzet in oorlogstijd verschijnt op 17 juni.
"Het beeld is natuurlijk dat de politie een zooitje moffenknechten bij elkaar was, en dat die alleen maar hebben meegewerkt met de bezetter?", trapt dr Kelder het gesprek af.
"Ja, de organisatie was ook fout zoals dat heet, dat ga ik zeker niet ontkennen. Maar dat gold niet voor alle politiemensen die binnen de organisatie werkten." Er was binnen de politie ook de mogelijkheid om een waardevolle rol te vervullen voor het verzet. Denk dan aan het doorspelen van informatie over wanneer er razzia’s werden gehouden. Of het uitlenen van politie-uniformen zodat het verzet met een goede dekmantel over straat kon.
Weigeraars
In haar boek onderscheidt Piersma drie soorten verzet bij de politie. De eerste groep zijn de agenten die meteen na de capitulatie in mei 1940 het corps verlaten hebben. Deze mensen wilden geen deel uitmaken van een collaborerende organisatie en hebben hun functie neergelegd.
De tweede groep is de groep agenten die tijdens de oorlog geweigerd hebben om bepaalde taken uit te voeren. "In Utrecht zat bijvoorbeeld een groep agenten die openlijk hebben geprotesteerd tegen het ophalen van Joden. Een van die agenten van Jos van Dam (de vader van televisiepresentator Marcel van Dam, red.). Hij heeft geweigerd om aan die deportaties mee te werken", zegt Piersma.
De Duitsers waren daar natuurlijk niet blij mee. Agenten die weigerden werden gearresteerd. "Veel van deze agenten, ook Jos van Dam, zijn toen ondergedoken. Vervolgens gingen de Duitsers de vrouwen en de kinderen van deze agenten arresteren." Van de familie van Dam is iedereen ondergedoken, op twee zussen na. "Een was ziek en de tweede verzorgde haar zieke zus", zegt Piersma na de uitzending tegen de redactie. "Die twee vrouwen zijn wel opgepakt en naar Kamp Vught gebracht." De gezinsleden van politiemensen gingen doorgaans niet op transport naar de vernietigingskampen, maar werden dus wel vastgezet.
Miskende held
De derde vorm van verzet was een eenzame vorm. Agenten hebben, met hun beroep als dekmantel, soms ook een hele waardevolle rol vervuld bij het verzet. "Het verhaal van Hermanus Kamp staat mij altijd bij", zegt Piersma. "Deze man heeft onderduikers vervoerd in zijn dienstauto, had zelf ook onderduikers in huis, heeft wapens gesmokkeld en nog veel meer verzetsdaden verricht", vertelt Piersma.
Hermanus Kamp heeft van de politie of van de Nederlandse regering nooit erkenning gekregen voor zijn heldendaden. "Hij heeft na de oorlog zelfs de politie verlaten en is conciërge geworden op een school", zegt Piersma. "Wel heeft hij de Yad Vashem onderscheiding gekregen, dat is een Israëlische onderscheiding die de onderduikers voor hem hebben geregeld."