Wethouder Eva Oosters: 'Cultuur is geen luxe, het maakt het leven de moeite waard'

Het Nederlands Filmfestival en de cultuurnota

Het Nederlands Filmfestival, al decennialang een prominent onderdeel van de Utrechtse cultuur, zal vanaf 2025 geen gemeentelijke subsidie meer ontvangen. Een pijnlijk besluit, erkent Eva Oosters: "Het is inderdaad iets bitters zoets. Het festival is enorm lang onderdeel van Utrecht geweest en ik zie het nog steeds als een belangrijk element van de stad." Ook andere culturele instellingen, zoals het jaarlijkse festival Tweetakt en de muzikale ontwikkelingsplek No Man’s Land, zullen voor de periode 2025-2028 geen subsidie ontvangen van de gemeente Utrecht. Dit is echter geen gevolg van de bezuinigen, vertelt Oosters: "In Utrecht hebben we, ondanks bezuinigingen in andere sectoren, het volledige budget van de cultuurnota in stand kunnen houden. Toch zijn er helaas partijen die onder de zaaglijn komen en dus geen subsidie krijgen. Ze hadden een mindere score dan andere culturele instellingen. Dat is ontzettend pijnlijk, maar het is dus niet het gevolg van de bezuinigingen geweest."

De cultuurnota, waarin het budget voor de komende jaren wordt verdeeld, legt de nadruk op vernieuwing en het ondersteunen van nieuw talent. "Er zijn veel nieuwe partijen die wél subsidie krijgen en dat vind ik mooi", vertelt Oosters. "Een derde van de nieuwe instellingen ontvangt voor het eerst een vierjarige subsidie. Dat betekent dat er veel nieuw Utrechts talent is dat nu een plek krijgt in de stad."

Oosters maakt zich wel zorgen over de landelijke bezuinigingen op cultuur. "Cultuur is van gigantisch belang voor de stad. Je ziet gewoon dat cultuur het leven wat waard maakt," zegt ze. "Voor veel mensen is het ook een veilige plek, een manier om zichzelf te leren kennen. In het regeerakkoord wordt amper over cultuur gesproken, behalve over generieke bezuinigingen en een BTW-verhoging naar 21%." Dit baart haar zorgen: "Er lijkt geen duidelijk toekomstbeeld te zijn voor de cultuursector."

"De bezuinigingen hebben grote gevolgen, ook voor de toegankelijkheid van cultuur in Utrecht," legt Oosters uit. "Als instellingen noodgedwongen hun ticketprijzen moeten verhogen of hun programmering moeten aanpassen, sluiten we een hele groep cultuurliefhebbers uit."

Ondanks de uitdagingen, blijft Oosters hoopvol. Ze benadrukt dat de stad doorgaat met het ondersteunen van nieuw talent en dat de nieuwe cultuurnota een belangrijke stap is in het waarborgen van de toekomst van de Utrechtse cultuur. "Er moesten keuzes gemaakt worden met het budget dat we hadden, maar er ontstaan ook nieuwe kansen. We blijven investeren in jonge makers en nieuwe initiatieven."