Schrijfster Griet Op de Beeck: 'Er zit een soort woeste overlever in mij'
- Nieuws
- Schrijfster Griet Op de Beeck: 'Er zit een soort woeste overlever in mij'
Voor de Boekenweek schreef de Vlaamse schrijfster Griet Op de Beeck (1973) het Boekenweekgeschenk Gezien de feiten. Het thema van de Boekenweek is dit jaar 'natuur', maar daar heeft zij zich 'godzijdank' niet aan gehouden. In plaats daarvan schreef zij een verhaal over liefde, spijt en de wil om goed te leven. Pieter van der Wielen sprak Op de Beeck een uur lang in Nooit Meer Slapen over haar trauma’s en haar schrijverschap.
Met haar boeken Vele hemels boven de zevende en Kom hier dat ik u kus werd Griet Op de Beeck op slag bekend. Kenmerkend voor haar manier van schrijven is de empathie die zij heeft voor haar personages, terwijl zij tegelijkertijd meedogenloos voor ze is. Haar laatste roman Het beste dat wij hebben, gaat over onverwerkte ervaringen en hoe die doorwerken in het heden. Toen dit boek in 2017 uitkwam vertelde zij in De Wereld Draait Door over haar eigen trauma: het misbruik door haar vader op jonge leeftijd. Hier werd zeer heftig op gereageerd en haar verhaal werd onderwerp van 'een soort volkstribunaal'.
'Kijk eens van hoe ver ik kom!'
Griet Op de Beeck was in 2014 al eens te gast in Nooit Meer Slapen. Ook toen sprak Pieter van der Wielen haar over haar trauma’s, maar hij vroeg niet door. Volgens Op de Beeck omdat hij waarschijnlijk aanvoelde dat zij daar op dat moment nog niet aan toe was. Ze stond toen aan het begin van haar carrière als schrijfster en was zelf nog hard aan het 'vechten'. "Als ik dan in een fijn gesprek bij nacht gevraagd wordt naar de dingen des levens, dan wilde ik nog op een positieve manier zeggen: 'Kijk eens van hoe ver ik kom!', hoewel ik toen ook wel besefte dat er nog terreinen te overwinnen waren."
'Naar het licht toe leven'
Van der Wielen: "Dat is misschien het voordeel van een slechte jeugd. Dat je altijd ergens vandaan komt, waardoor je altijd naar het licht toe aan het leven bent." Een leven waarin volgens Op de Beeck (die anorexia had) het eten van een sushi al een keuze vóór het leven kan betekenen. "Ik heb al een paar keer in mijn leven bewust gekozen om te proberen naar het positieve te gaan."
Alles is altijd een soort onderweg zijn
Van der Wielen constateert dat het in de boeken van Op de Beeck vaak over 'keerpunten' gaat. Momenten waarin de personages moeten kiezen. Vaak kiezen zij er dan voor om te leven. Op de Beeck vindt dit scherp opgemerkt, maar niets is volgens haar ooit alleen maar 'een moment': "Alles is altijd een soort onderweg zijn. Stilstand, dat is de dood."
Een lap grond onder de voeten
"Maar is er dan ooit een moment dat je er bent?" vraagt Van der Wielen. "Niet echt er bent", aldus Op de Beeck. "Maar waar ik wel heel erg in geloof is dat er zoiets bestaat als een lap grond onder uw voeten, waar je van denkt: Bon, nu mag het stormen en waaien. Dat doet het leven altijd. Mensen gaan dood. Er gebeuren verschrikkelijke dingen in de wereld. Je kan nooit een soort geluk vinden. Maar wel dat je het idee hebt: ze mogen van ver komen, als ze iets naar mij gooien met wat gewicht, dan is de kans dat ik omver val niet meer zo groot. Dat gevoel dat je daarin steeds steviger staat, daar geloof ik wel in. Daar moet je aan blijven werken, want dat stuk grond ligt daar niet voor eeuwig en altijd. Dat moet je zelf goed vasthouden, denk ik."
Vrouw met lef
Van der Wielen en Op de Beeck komen op de hervonden herinneringen van het trauma uit haar jeugd: het seksueel misbruik door haar vader. Zij vertelde hier voor het eerst publiekelijk over in De Wereld Draait Door. Sommige mensen dachten dat zij dit deed om meer boeken te verkopen, maar naar eigen zeggen had zij een hele simpele basiskeuze: "Zwijg ik, dan draag ik dit geheim voor de rest van mijn leven mee. Met alle bijbehorende schaamte". In dat geval zou de dader volgens haar winnen. "Als je in een programma, waar veel mensen naar kijken die nooit een boek lezen, dat verhaal kan doen en daardoor misschien van betekenis kan zijn voor mensen, dan vind ik dat eigenlijk mijn godverdomse plicht".
Ongelofelijk slecht in kwaad zijn
In haar boeken gaat Op de Beeck altijd heel ver in het inleven in haar personages. Van der Wielen: "Je vindt eigenlijk niet iets gek. Je oordeelt niet. Je maakt nooit iemand zomaar slecht of gemeen. Je geeft iedereen iets mee." Volgens Op de Beeck is dat ook een probleem: "Ik ben in het algemeen ongelofelijk slecht in kwaad zijn. Ik ben meteen bang dat dat alles zal om zeep helpen met de persoon in kwestie, als ik dat doe. Dat is echt iets wat ik nog moet leren. Ik denk dat dat begint bij het durven kwaad-zijn op mijn vader. En dat is iets wat ik niet kan. Nog altijd niet."
"Tegelijkertijd vind ik het interessant om niet te oordelen, omdat ik ook ongelofelijk veel soorten menselijk gedrag kan begrijpen. Bij bijna alle mensen die dingen doen die niet kloppen, is daar ook een reden voor, waarom zij daartoe gedreven zijn.”
Anekdotiek zit keihard in de weg
Op de Beeck heeft in de verschillende personages in haar boeken vrijwel alles kunnen stoppen wat haar is overkomen: het misbruik, de anorexia, de zelfmoord, het niet kunnen leven, het niet hebben van eigenwaarde. Maar ze doet dit nooit op een anekdotische manier: "Anekdotiek is ongelofelijk oninteressant en zit keihard in de weg. Zo'n autobiografie, dan denk ik: Yek! Dan moeten ze de waarheid recht doen. Dat lijkt mij strontvervelend. Het lekkere aan boeken is net dat je een mooie afscheidsscène met je vader kan schrijven als personage in het boek. Dat is een soort verheviging van realiteit die ik nooit zou willen missen."
Meer over Griet Op de Beeck
Griet Op de Beeck brak in 2013 door met haar debuutroman Vele hemels boven de zevende. Daarna schreef zij nog drie bestsellers: Kom hier dat ik u kus, Gij nu en Het beste wat we hebben. Dit laatste boek is het eerste deel van een trilogie rondom het thema incest en verscheen vorig jaar.
Op de website van Griet Op de Beeck vind je meer over de schrijfster en haar werk. De Boekenweek begint vandaag en duurt nog tot en met zondag 18 maart.
Beluister het gesprek met Griet Op de Beeck in Nooit Meer Slapen hier terug: