Klanken van Oorsprong
- Nieuws
- Klanken van Oorsprong
In de documentaire Klanken van Oorsprong, belicht Hetty Naaijkens de muzikale inbreng van Indische Nederlanders (indo's) in Nederland. Hans Consten, de solo-gitarist van de band Eastern Aces, die vóór de voltooiing van dit prachtige filmische document helaas kwam te overlijden, vertelt dat muziek voor Indische jongens een uitlaatklep was. Een uitlaatklep voor het gegeven dat Nederlanders in de jaren '50 met de komst van al die gerepatrieerde Indische Nederlanders niet altijd even gelukkig omgingen.
Video niet beschikbaar
Nederland kampte met de naweeën van de Tweede Wereldoorlog en hadden even geen oog voor het feit dat die olijfkleurige immigranten ook het nodige hadden meegemaakt: internering in jappenkampen, de gruwelen van de bersiaptijd (de periode na de oorlog waarin Indonesische nationalisten bloedbaden aanrichtten onder Nederlanders en indo’s) en natuurlijk de verbanning uit hun geliefde Nederlands-Indië, dat na de revolutie (terecht) Indonesië heette.
Het grappige was dat mijn vriendje dat 'boerenlul' wél als discriminerend beschouwde. Wist ik veel dat hij uit een boerengezin kwam
Een bijzondere, langdurige vriendschap
Nee, op een hartelijk onthaal in Nederland hoefden ze in veel gevallen niet te rekenen, de bevolking wist vaak niet eens dat deze nieuwkomers Néderlanders waren. Veel indo's zullen zich herinneren hoe ze destijds werden aangesproken. Als poepchinees, of zwartnek of pinda. Zelf kwam ik met mijn familie in 1957 aan in Nederland, en bovenstaande is mij niet vreemd. Ik herinner mij dat een vriendje mij op zeker moment zulke scheldwoorden toevoegde. "Ach jij, boerenlul", was mijn spontane antwoord. Het was gewoon over en weer schelden, en anders dan voor sommige andere indo’s gold, ervoer ik zijn gescheld niet als discriminatie. Het grappige was dat mijn vriendje dat 'boerenlul' wél als discriminerend beschouwde. Wist ik veel dat hij uit een boerengezin kwam... Mijn ouders werden bij hem thuis ontboden, waar zijn vader en moeder hun verontwaardiging over mijn affront uitspraken. Het werd het begin van een langdurige vriendschap tussen hem en mij, en tussen onze inmiddels overleden ouders.
Gitaren
Maar goed, die uitlaatklep dus. De Indische jongens zochten elkaar op, namen hun gitaren mee en maakten muziek. Zo ging dat bij mij thuis ook. Dan zaten neven, nichten en de eerste Nederlandse kennissen bij ons in de huiskamer, terwijl vanuit de keuken de geuren opstegen van trassi en andere, meer aangename kruiden uit de Indonesische keuken. Er werd gespeeld en gezongen en daarna natuurlijk gegeten. Veel gegeten. Want moeder kon, zoals zoveel repatrianten, voortreffelijk koken. In Klanken van Oorsprong vertelt Eddy Chatelin, gitarist van The Crazy Rockers die te gast was in De Nieuws BV, dat die muzikale avondjes ook in Indonesië gemeengoed waren.
En hier in Nederland leidde het tot een hausse aan indo-bandjes, die vooral eerst Den Haag op stelten zetten. Want wat werd er gespeeld: rock. En dat waren de Nederlanders niet gewend. In haar documentaire laat Hetty Naaijkens zien en horen hoe de indo’s rock en country meebrachten vanuit Indonesië. Op 78-toerenplaten. Wat ook aan bod komt, en wat ik nog niet wist: het verschil tussen de rock van, zeg, Bill Haley en wat bekend werd als 'indorock'. In een leerzame scene laat Hans Bax, die bij The Javelins en The Tielman Brothers speelde, heel duidelijk dat verschil horen met een demonstratie op gitaar. Hoe bij de indo-rock echo's van zelfs de gamelan hoorbaar zijn, dat er sprake is van een 'Indonesische maat'.
Ook leerzaam is het fragment waarin Kaz Lux (samen met Jan Akkerman vroeger de leider van Brainbox) vertelt hoe Andy Tielman geluiden uit zijn gitaar wist te toveren die niet eerder waren gehoord. Geluiden die doen denken aan de weemoedige klanken van de krontjongmuziek. Een slepend, melodieus geluid waar geen gitaarvervormer aan te pas kwam. Andy had er alleen de volumeknop van zijn gitaar voor nodig. Andere gitaristen, zoals Jan Akkerman, deden het later ook, maar volgens Kaz Lux was Andy Tielman toch echt de uitvinder.
Een traan en een lach
Hetty Naaijkens belicht allerlei aspecten van de indo's en hun muziek. Het wereldwijde succes van The Blue Diamonds met 'Ramona' blijft natuurlijk niet onbesproken. Blue Diamond Riem de Wolff, die net als Sandra Reemer vóór de de voltooiing van dit mooie muziekdocument overleed, vertelt over het ontstaan van de band die hij samen met zijn broer, wijlen Ruud de Wolff, oprichtte. Boudewijn de Groot zingt een lied over hoe Indië in hem zit. Liesbeth List zingt ook, over haar moeder die in een jappenkamp misbruikt werd en uiteindelijk zelfmoord pleegde. Het zijn indrukwekkende momenten. Dat zijn ook de stukjes geschiedenis die Hetty Naaijkens door haar documentaire weeft, waarbij ze niet eerder vertoond, uniek beeldmateriaal gebruikt. Schitterend! Natuurlijk wist ik wat mijn ouders in Nederlands-Indië hadden meegemaakt en hoe moeilijk het voor hen was om te wennen in Nederland. Maar door Klanken van Oorsprong werd het allemaal nóg inzichtelijker en was het voor mij onmogelijk om niet ontroerd te raken.
Als je een Indisch uiterlijk had en een gitaar, dan kwamen de meisjes vanzelf op je af.
Maar gelachen heb ik ook. Alleen al die Duitse indorock-fan, die helemaal uit zijn dak gaat als hij een plaat van de Tielman Brothers opzet. Kreetjes van verrukking als hij in een soort Duits-Nederlands zijn liefde voor deze muziek betuigt. "Kippenvel hé", laat hij zich ontvallen.
DuitseTielmanfan.mp3
En waar ik ook vrolijk van werd: de enorme populariteit van die Nederlandse indobandjes in Duitsland. In de hoogtijdagen (eind jaren '50, begin jaren '60) traden daar wel 300 van die bandjes op. Waar ze in Nederland nog 'poepchinees' werden genoemd, hesen de Duitsers ze op het schild. En, zoals Eddy Chatelin zegt, "Als je een Indisch uiterlijk had en een gitaar, dan kwamen de meisjes vanzelf op je af."
De Krontjong van Ernst Jansz
Naast Eddy Chatelin was ook Ernst Jansz van 'CCC Inc.' en 'Doe Maar' te gast in De Nieuws BV. Ernst is niet in Indonesië geboren, maar heeft veel voeling met het land van zijn vader. Hij schreef daarover in zijn boek De Overkant, waarin hij een reis onderneemt door Indonesië, tredend in de voetsporen van zijn vader. In Klanken van Oorsprong vertelt Ernst over de invloed van krontjong op zijn eigen muziek. Krontjong vindt zijn oorsprong in de muziek die de Portugezen al in de late middeleeuwen naar Indonesië brachten, waar de Portugese klanken zich vermengden met muziek uit Hawaii en Indonesische traditionele muziek. Het resultaat ademt weemoed en harmonie – ik denk weer aan vroeger, aan thuis, waar mijn ouders krontjongmuziek draaiden en ik hun heimwee kon voelen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Voor Ernst blijkt vooral het ontbreken van slagwerk in krontjong een verademing. Ik woonde een optreden van hem bij in Austerlitz, waar hij speelde met een krontjong-ensemble, speciaal voor deze film. Het ritme, door een tokkelende violiste gemaakt, deed een beetje denken aan reggae. Inderdaad, het ritme van Doe Maar! Met Guus Plaat op pedal-steelguitar werden we zo getrakteerd op een moderne versie van krontjong. En Ernst zong een prachtig Nederlandstalig lied, waarin hij het leven van zijn vader in Indonesië en zijn eigen leven hier in Nederland samenbracht tot iets waarin hij het wezen van zichzelf vond. Het heet De Treurwilg en De Linde. Hier speelt hij het in Zwolle:
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
En zo illustreren de verhalen van Eddy en Ernst het belang van muziek voor de Indische Nederlanders, die in die vroege jaren nog zo te maken kregen met onbegrip en discriminatie. Al snel integreerden, of liever: assimileerden de indo's in de Nederlandse samenleving. Met behoud van hun muziek. De jongere generatie kreeg in die dagen van hun ouders te horen: we leven nu in Nederland, we zijn Nederlanders en dus gaan we ons ook als Nederlanders gedragen. Dat kregen we met de paplepel ingegoten.
En waren we al tjampoer (gemengd), in Nederland ging dat mengen vrolijk verder. Want Nederlandse jongens zagen die Indische meiden wel zitten, zoals de Indische meiden zich wel aangetrokken voelden tot die grote stoere belanda's. Homeopathische verdunning, zou Thierry Baudet zeggen. Terwijl hij nota bene zelf een indo is, net als Geert Wilders. Ik zou zeggen: Thierry, laat de klassieke muziek waar je zo graag mee koketteert even voor wat het is, en zet een krontjongplaat op. Geert, luister eens hoe mooi muziek uit moslimlanden kan klinken, ook in cross-over projecten. En kijk straks in de bioscoop naar Klanken van Oorsprong van Hetty Naaijkens. Want muziek heelt, troost en verbindt.