De Beelder van Deelder: meer dan een beetje 'klootzakken'
- Nieuws
- De Beelder van Deelder: meer dan een beetje 'klootzakken'
[VPRO] Jules Deelder (1944) is dichter, een markante ras-Rotterdammer, hij draagt altijd zwart en een vlinderbril. Maar hij is nog veel meer: de afgelopen anderhalf jaar werkte Deelder continu aan zijn Beelder: driedimensionale objecten met 'Deelderiaanse' namen als Locomotrutfantje, Moeder de Gans, Blauw Bloedzuiger, Spuit11 en Cubaanse vlieg. Zijn Beelder zijn sinds dit weekend te zien in de Kunsthal in Rotterdam.
Voor Jules Deelder is er geen verschil tussen het schrijven van een gedicht en het maken van een object. “Als je ergens echt mee bezig bent, zie je alles in relatie tot datgene waar je aan werkt. Ze kunnen komen met je familie en je gezeik, maar die objecten zijn op zo’n moment veel belangrijker dan ikzelf,” zegt Deelder in de reportage van Stef Visjager bij NPO Radio 1-programma Nooit Meer Slapen. Hij vervolgt: “Of het nou gedichten zijn of een verhaal. Of je maakt een schilderij. Het gaat erom dat je dingen maakt die er nog niet niet waren. Ze staan er nu, en een knappe vent die ze nog weg kan krijgen.”
Hoe het begon
Ari Deelder, zijn dochter, vroeg haar vader om een paar ruimteschepen te maken voor in haar film over wielrenner Willem Koopman, ook wel: Willem de wielrenner. Als ex-wielrenner zwierf hij door Rotterdam. Hij maakte ruimteschepen in kroegen van Rotterdam, dit omdat hij Rotterdam als een ruimteschip zag dat elk moment uit het heelal geschoten kon worden. Jules begon, vanaf dat moment kon hij niet meer stoppen. Zijn beelden doen denken aan het werk van kunstenaar Mike Kelley: hij maakt in zijn kunst ook gebruik van alledaagse gebruiksvoorwerpen.
Deelder verzamelde verwoed pennen, cocktailstampertjes, injectiespuiten, rietjes, tandenborstels, plastic vorkjes, knoopjes, dopjes, speelgoed, en pijpjes. Alles stond in dienst van zijn ‘kinderen’. Zijn beelden zijn concreet geworden gedichten, zegt hij. Hij is in de weer gegaan met het smelten van plastic, met prikkers en lijm. Een secuur werkje, en dat terwijl hij er zo achteloos, met een Rotterdamse nuchterheid, over praat.
Meer dan een beetje klootzakken
Verslaggever Stef Visjager bezoekt met Deelder de tentoonstelling, ze zijn onderweg als de verslaggever vraagt of het maken van die beelden niet meer is dan alleen een beetje ‘klootzakken’. Dat is namelijk wat er in het persbericht van de Kunsthal staat: “Je zit een beetje te klootzakken en op een gegeven moment wordt het wat.”
Visjager confronteert hem met zijn nonchalante houding: als je iedere dag nog even naar de Kunsthal loopt om nog iets aan je objecten te veranderen, een vorkje toe te voegen of een (ongebruikte) spuit, is het dan niet veel meer dan een beetje aankloten? Deelder: “Zo’n ding groeit en op een gegeven moment gaat het leven. Natuurlijk weet ik hartstikke dat het beesten of apparaten zijn. Kan mij het verrotten wat ze zijn, maar ze leven, het zijn aanwezigheden. Nu ze in de Kunsthal staan en ik niet meer tegen ze kan praten, mis ik ze erg,”
De kunstwerken van Jules Deelder zijn nog tot 19 maart in de Kunsthal in Rotterdam te zien.