Cultuur is het woord waar Dostojevski op wachtte
- Nieuws
- Cultuur is het woord waar Dostojevski op wachtte
[VPRO] Bestaat er zoiets als de Russische ziel? Ruslandcorrespondent Peter d’Hamecourt stelde zichzelf die vraag en zocht het antwoord in het leven en werk van een van de beroemdste Russische schrijvers, Fjodor Dostojevski (1821-1881). Hij maakte er een reeks van vijf korte reportages over, die in de afgelopen weken op NPO Radio 1 werden uitgezonden en nog online te beluisteren zijn.
Chagrijnig in Genève
Tegen het einde van zijn leven was Dostojevski in Rusland een rockster. In de kerk om de hoek van zijn woning in St. Petersburg bad hij dagelijks achter een pilaar, zodat hij niet door bewonderaars zou worden gespot. Gedurende zijn leven maakten zijn nationalistische ideeën veel indruk op de Russische bevolking. Hij had veel hoop en waardering voor zijn landgenoten en was uitgesproken in zijn afkeer tegen West-Europa.
In zijn dienstbrieven schreef hij een snerend reisverslag over zijn verblijf in Genève: “Alles is hier duisternis en treurnis. De mensen hier lopen over van zelfgenoegzaamheid en praalzucht. Er zijn slechts uitingen van een grenzeloze domheid. Iedereen is hier verschrikkelijk, door en door gemeen. De mensen zijn hier altijd dronken. Zoveel wildebrassen en dronkaards ben ik zelfs in Londen niet tegengekomen.”
“Dostojevski propageerde de opvatting dat ‘ons grote Rusland, aan het hoofd van de verenigde Slaven, aan de hele wereld, aan de hele Europese mensheid en zijn beschaving zijn eigen, gezonde en door de wereld nog niet gehoorde woord zal spreken’,” schreef de slavist Karel van het Reve in zijn Geschiedenis van de Russische literatuur (1985). Voor de Russen klonk dat citaat van Dostojevski vast veelbelovend. Een nog niet gehoord woord, dat de Russische ziel zou beschrijven en zou leiden tot begrip van Rusland in West-Europa! Maar waar bleef dat woord dan?
Van het Reve bekritiseerde Dostojevski en geestverwante ‘slavofielen’ om het verheerlijken van iets wat misschien wel niet bestond: “De Europese beschaving wacht nog steeds op dat woord. Men schijnt nooit te hebben stilgestaan bij het merkwaardige feit dat men geloofde in een bewering, waarvan men zelf niet wist hoe die luidde.”
De toekomst kwam niet
135 jaar na Dostojevski’s dood is er nog steeds geen sprake van een intense verbroedering of van een beter begrip van de Russische ziel in Europa. Peter d’Hamecourt vroeg de directrice van het Dostojevskimuseum in St. Petersburg of de relatie tussen ons en de Russen altijd zo moeizaam zal blijven. Volgens haar is het woord waar Dostojevski naar uitkeek er altijd al geweest: “Cultuur kan de brug slaan tussen onze werelden, afgezien van de politieke geschillen. Mensen in de cultuur staan van nature dichter bij elkaar. Ze kunnen elkaar begrijpen via de muziek, de beeldende kunst en geschriften. Dat is de brug die onze verschillende culturen uiteindelijk met elkaar zal verbinden.”
Des te vreemder is het dat Dostojevski, zo lezen we bij Karel van het Reve, weinig waardering kon opbrengen voor buitenlanders en hun cultuur. “Wat de Russen zoveel beter maakt is niet duidelijk, en vooral is niet duidelijk hoe Dostojevski dat wist”, schrijft Van het Reve. Volgens hem was Dostojevski’s culturele bagage beperkt: “In de beeldende kunst had hij [geen] voorkeuren die hem van zijn tijdgenoten onderscheiden en er is ook geen reden om aan te nemen dat hij ooit enig filosoof bestudeerd heeft.” Ook met muziek lijkt hij niet veel te hebben gehad. Een van zijn weinige opmerkingen daarover, in een brief aan zijn vrouw, gaat over de componist Wagner, die hij beschreef als een “allervervelendst Duits canaille, ondanks zijn roem.”
Wellicht was Dostojevski wat milder tegen Europa geweest als hij zich meer had blootgesteld aan de Europese cultuur. Hoe dan ook is hij er nu een belangrijk onderdeel van. Na zijn overlijden op 9 februari 1881 kreeg hij in Rusland een heldenbegrafenis. Naar schatting tachtigduizend mensen volgden de rouwstoet van zijn huis naar het Alexander Nevsky-klooster, dat nu een Dostojevski-bedevaartsoord is geworden. De menigte zong de hele weg. Het was waarschijnlijk geen Wagner, maar het was wel cultuur.
Luister hier naar het eerste uur van een vijf uur durend Marathoninterview met Karel van het Reve, dat op 15 augustus 1986 op Radio 1 werd uitgezonden.