Muzikant Wouter Planteijdt: 'Het is een rare tijd nu'
- Nieuws
- Muzikant Wouter Planteijdt: 'Het is een rare tijd nu'
Wouter Planteijdt heeft zijn sporen op heel veel plekken in de Nederlandse popmuziek en ook het cabaret verdiend. Hij was een van de mannen achter de Haarlemse band Sjako! en Door Mekaar. Hij is gitarist bij Sanne Wallis de Vries, hij trad op met Viggo Waas, Thomas Acda, Bob Fosko en Maarten van Roozendaal. Morgen verschijnt zijn nieuwe soloplaat Bullhorn II.
Als je niet kunt spelen, ga je schrijven
In coronatijd schreef muzikant Wouter Planteijdt vele liedjes. “Ik kon niet meer spelen en dan ga je doen wat in ieder geval kan, dus schrijven. Het was idioot, totaal absurd. Het begon nog goed, want ik was met Sanne Wallis de Vries, in de premièreweek in de Kleine Komedie door mijn rug gegaan de eerste week maart 2020.
12 maart reden we naar Kampen voor een optreden en ik lag in Sannes auto op de achterbank. En de toer moest nog beginnen. Toen kwam het nieuws van de lockdown en was stiekem het eerste wat ik dacht, yes, twee weken vrij! Nou, twee weken werd twee jaar. Ik was niet in paniek, nee, een pandemie gaat ook weer voorbij.”
'Het is een rare tijd nu'
“Het is een rare tijd nu", zegt Wouter in Kunststof. "Mijn vader was van 1905 en mijn moeder van 1926 en zij hebben heel bewust de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Ik ben helemaal in een ‘dit nooit meer-situatie’ opgegroeid. Dat was zo ontzettend duidelijk. En zelfs de Koude Oorlog nam niemand serieus, voor mijn gevoel. Ik heb wel staan spelen in Amsterdam bij die demonstratie tegen de neutronenbom, met het bandje Door Mekaar. Maar bang toen, nee.
Ik weet niet of ik nu angst voel, maar het komt nu letterlijk langs op de radio. ‘Die rode knop zit niet onder zijn oksel’, heb ik vandaag gelezen. Je hoort opeens weer over die rode knop."
Video niet beschikbaar
'Ik ben een slachtoffer van een gelukkige jeugd'
“Ik voelde me voor het eerst muzikant, toen ik van mijn vader een ukelele had gekregen op mijn verjaardag. Ik was zes of zeven jaar oud. Je mooiste cadeau neem je dan mee naar school. En de juf vroeg me of ik er ook op kon spelen. Ik had This Land Is Your Land geleerd. Ik speelde het voor de klas. Op één snaar speelde ik de melodie en toen kreeg ik een gigantisch applaus. Terugwerkend denk ik dat dat de reden is dat ik dacht, dit bevalt me wel.
Mijn broers zijn vijf en zes jaar ouder. Ik was een klein irritant kereltje in het begin, dus toen zij met meisjes en zo bezig waren, de echt belangrijke dingen in het leven, liep ik enorm in de weg. Maar ze stuurden me niet weg, misschien waren ze ook heel slim. Ik ben in een heel liefdevol gezin opgegroeid. Ik ben een enorm slachtoffer van een gelukkige jeugd.”