A je to! De tentoonstelling van Buurman en Buurman

"Hopla! Ja, oké. Ja, hebbes! Deksel d'r op. Thermometer d'r in. Zet 'm maar aan!" Iedereen die de serie kent, hoort direct de stemmen van Siem van Leeuwen en Kees Prins, die de serie al vanaf het begin inspreken. Bijzonder, want Nederland is het enige land waar Buurman en Buurman (Pat en Mat) stemmen hebben.

'Dat gaat niet helemaal lekker. Dat gaat niet helemaal goed!'

De afleveringen van Buurman en Buurman lopen altijd volgens hetzelfde stramien: de buurmannen hebben een geweldig plan en gaan voortvarend aan de slag. Maar dan gaat er één dingetje fout… "Het hoge slapstickgehalte, dat is de kracht van Buurman en Buurman. Ik zie hier Laurel en Hardy in en andere slapstick figuren. En dat maakt het zo geniaal. Alleen, het onderscheid met alle andere duo’s is: ze zijn eigenlijk identiek, gelijkwaardig", aldus directeur Stuijfbergen.

Typische erfenis van het Oostblok-verleden

Volgens Stuijfbergen is Buurman en Buurman een typische erfenis van het Oostblok-verleden. Niet alleen moesten de makers in de begindagen rekening houden met de censuur, maar ook het knutselen zelf is een erfenis van het communistische regime. Het gebrek aan geld en onderdelen in Tsjechoslowakije leidde destijds als vanzelf tot een 'noodgedwongen knutselkunst', een thema dat dus dicht bij de makers stond.

Nog altijd dezelfde ambachtelijke techniek

Speciaal voor de tentoonstelling kreeg het Museum van de Twintigste Eeuw acht beelden van het Praagse wassenbeeldenmuseum Grévin te leen. Daarnaast is er veel ruimte voor de geschiedenis van de serie en zijn er natuurlijk heel veel fragmenten te zien. Voor jonge bezoekers zijn er speciale speel- en knutseltafels.

Ook is er in de tentoonstelling veel aandacht voor het ambacht van de animatiefilm. Regisseur Lubomír Beneš en cartoonist Vladimír Jiránek zijn inmiddels overleden, maar nog steeds worden er nieuwe afleveringen gemaakt. De werkwijze van het team is daarbij nauwelijks veranderd: voor één filmpje van 8 minuten worden via de techniek van stop-motion in drie maanden 11500 beeldjes geschoten. Alleen de nabewerking van kleur en geluid gebeurt tegenwoordig met de computer. Hoe arbeidsintensief het hele proces is kunnen bezoekers van de interactieve tentoonstelling zelf ervaren in een set met poppen van 50 cm, waarvan ze de armen en benen kunnen bewegen.

Meer informatie over de tentoonstelling A je to!

De tentoonstelling A je to! is voor kinderen en grote mensen vanaf 4 jaar. "Als je van klussen houdt, dan hou je van Buurman en Buurman, daar komt het eigenlijk op neer", aldus een bezoeker.

A je to! (En dat is het!) is te zien van 3 februari 2018 t/m 6 januari 2019 in het Museum van de Twintigste Eeuw in Hoorn.