Sven Figee: 'Ik word gek van een foute noot'
- Nieuws
- Sven Figee: 'Ik word gek van een foute noot'
Weinig muzikanten zijn zo vergroeid met zijn instrument als Hammondorganist Sven Figee. In Kunststof vertelt hij over zijn nieuwste album Sphere en het grote succes als orkestleider bij het tv-programma Matthijs Gaat Door.
Sven Figee is al jaren actief als pianist en specialist op het hammondorgel. Hij was bandlid bij Anouk en werkte met vele andere Nederlandse artiesten. Al jaren heeft hij zijn eigen band, eerst als Sven Hammond Soul en de laatste jaren kortweg: Sven Hammond. Het grote publiek heeft hem leren kennen als de overenthousiaste bandleider bij het nieuwste programma van Matthijs van Nieuwkerk dat in coronatijd een welkome muzikale afleiding voor velen bleek te zijn, met een gemiddeld aantal kijkers van 1,3 miljoen per aflevering.
Video niet beschikbaar
Drie keer een hernia
Sven: "Hammond spelen betekent ook veel sjouwen. De zwaarste uitvoering van het instrument dat ik heb is rond de honderd kilo. Die sjouw ik niet meer het land door. Dat ding zit vol buizenversterkers en is gemaakt van massief hout. En dan heb ik een digitale Hammond, mijn Ikea Hammond noem ik die. Een XK5, ook een gaaf ding. In mijn eerste jaren sjouwde ik overal mee en deed ik alles zelf. Ik heb al drie keer een hernia gehad. Een combinatie van teveel tillen, een ongezonde levensstijl en aanleg. Ik ontwikkelde al rugproblemen op mijn 23e."
Jazzheld Monk
Het album Sphere is vernoemd naar Thelonious Monk. "Het was zijn tweede naam", vertelt Sven. "Ik leerde het werk van Monk kennen op het conservatorium. Thuis kreeg ik meer de muziek van Oscar Peterson mee. Mijn opa heeft het vuurtje bij me aangewakkerd om piano te gaan spelen. Hij speelde vooral Errol Gardner en Oscar Peterson, alles heel virtuoos. Mijn ouders gingen naar North Sea Jazz en kwamen terug met de grootste verhalen. Dat ze Oscar Peterson gewoon in een platenzaak waren tegengekomen. De plaat Live in Russia van Peterson; daar ging ik heel goed op. Toen wist ik dat ik nog jaren moest studeren."
Zoeken naar een gekke noot
"Ik ben niet de meest geduldige man, maar heb wel geduld genoeg om te studeren. Als het over muziek gaat kan ik me heel goed focussen. Muziek moet kloppen. In repetities bij Matthijs ook, ik heb het meegemaakt dat iedereen klaarstond, groot koor erbij, solisten en elke keer hoorde ik een gekke noot. Dan word ik gek, dat hoort niet en dan ga ik net zo lang zoeken tot ik weet waar het fout zit. Ook al duurt dat twintig minuten kostbare repetitietijd en staat iedereen te wachten."
Kubistisch spelen
"Voor het album hebben we vier maanden het werk van Monk doorgenomen. We wilden er geen traditionele jazz-cd van maken. Niet zijn hoekige, vierkantige pianostijl nadoen. Ik noem het altijd een kubistische manier van spelen. Hij kon heel mooi rond en vloeiend spelen, maar daar koos hij niet voor in zijn tijd. Wij wilde iets nieuws en het een hiphop flavour geven. Want funk is toch meer onze basis."
Dankzij corona konden mensen die ik er graag bij wilden hebben meewerken aan de cd. Typhoon bijvoorbeeld. Hij ging echt aan toen hij de muziek hoorde en op het nummer Locomotive heeft hij een eigen tekst gemaakt: Hittegolf."