De generatie die gamend leert
- Nieuws
- De generatie die gamend leert
Ze worden generatie Z genoemd. Alle jongeren die vanaf 1992 zijn geboren en voor beeldschermen zijn opgegroeid. Je ziet ze weleens: gefixeerd op hun toestel zitten ze in de trein of lopen ze door de stad. Of ze zitten thuis op de bank met een game-controller in hun handen. Ze communiceren in een geheime taal via Snapchat en Instagram en handelen in likes en retweets. Het zijn jongeren, maar dan draaiend op stroom.
En de meesten zitten op school. Veel zelfs nog op de basisschool. Hoe kunnen we deze jongeren vragen hun aandacht bij een schoolboek te houden? Geschiedenis is interessant, maar er is ook Pokemon Go. Biologie is fascinerend, maar de Playstation 4 is ook verleidelijk. De meeste jongeren hebben smartphones, laptops en tablets tegenwoordig letterlijk en figuurlijk in de vingers.
Is onderwijs misschien met technologie te combineren? Volgens Rick van Rooij wel. En dan in het bijzonder via gaming. Van Rooij is game designer bij Edutainment Games, een bedrijf dat gelooft dat games en leren hand in hand kunnen gaan. “Eigenlijk kan alles wat je zou kunnen leren met een game geleerd worden”, zei hij vanochtend in het NPO Radio-1 programma Nu Al Wakker.
Het kan allebei
Gaming is allang Tetris niet meer, het heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een belangrijk medium. Er zijn al games die waarheidsgetrouw geschiedenisverhalen vertellen, of hersenkrakende puzzelgames die pen, papier en inspanning vereisen om verder te komen, maar dat zijn volgens Van Rooij niet per definitie educatieve games. Voor die games is plezier of gameplay de prioriteit, niet het lesgeven.
“Iets waar we bij Edutainment Games heel erg de aandacht aan geven, is dat we niet inleveren op zowel pedagogisch gebied als op speelgebied”, zei de gamedesigner in Nu Al Wakker. “Want vaak komt het daarop neer: dat een van de twee gaat leiden. Daarom verzinnen we voor het pedagogisch aspect niet alles zelf, maar komt er een expert langs en praten we met mensen die er daadwerkelijk dingen van af weten.”
Hoe de combinatie tussen games en onderwijs eruit zou kunnen zien? Denk aan spelen tijdens de Eerste Wereldoorlog, en vanuit een specifiek oogpunt zien hoe de oorlog ontstond en zich ontwikkelde. Of met een Virtual Reality-bril de menselijke anatomie bestuderen, met speluitdagingen als: zorg ervoor dat het hart op tijd pompt, of dat de witte bloedcellen op de juiste tijd vrijkomen.
Leraar moet meespelen
De mogelijkheden zijn er. Volgens Van Rooij is de interesse er ook: “Ook in het buitenland begint nu langzaam door te dringen dat leren leuk mag zijn en dat gamers ook mogen leren. En ze hebben in Nederland op basisscholen een enorme investering gedaan in laptops en tablets, waar wel iets mee gedaan moet worden. Het zou zonde zijn als dat geld verloren gaat. Het idee dat leren ook daadwerkelijk leuk mag zijn begint toch goed door te dringen in het basisonderwijs.”
Leerkrachten hoeven volgens Van Rooij echter niet te vrezen dat ze vervangen gaan worden door een spelcomputer. Ze blijven onvervangbaar in het onderwijsproces. “Ik denk dat uiteindelijk de grootste papierwerktaken worden overgenomen door games en programma’s, en dat de leerkracht zich volledig kan focussen op individuele aandacht en het helpen waar dat nodig is. Ik denk dat er altijd een leerkracht nodig zal zijn om die aandacht te geven.”