Wat is de toekomst voor de Koerden in Syrië?
- Nieuws
- Wat is de toekomst voor de Koerden in Syrië?
Na jaren van oorlog is Islamitische Staat sinds kort verdreven uit Syrië. Het laatste bolwerk Baghouz werd na een lange strijd ingenomen door Koerdische strijdkrachten. Die groep heeft nu een groot gedeelte van Syrië onder controle en staat voor een grote klus om de rust weer te laten terugkeren in die gebieden.
Dat pakken ze vooral politiek op, zegt Koerden-deskundige Joost Jongerden in Met het Oog op Morgen. “Waar de Koerden als eerst mee beginnen is het stabiliseren van de gebieden die ze onder controle hebben. Dat doen ze vooral door samenwerking met de lokale bevolking.”
Wat is de toekomst voor de Koerden in Syrië?
Zo wordt er in bepaalde regio’s samengewerkt met Turkmenen en in de laatst veroverde regio’s met de lokale Arabische bevolking. Dat gebeurt in regio’s waar de oppositie het voor het zeggen heeft of de regering geen invloed heeft.
Macht
Uiteindelijk is het doel van de Koerdische strijdkrachten om Syrië veilig te houden, maar ze willen ook een vorm van zelfbestuur. Daarom stuurden ze de regering in Damascus een brief in de hoop dat beide partijen rond de tafel gaan. Een goed idee, vindt Koerden-deskundige Jongerden.
Vooral ook omdat Assad moeilijk om de voornamelijk Koerdische SDF heen kan. “Zij hebben nog de steun van de Amerikanen. Die hadden aangekondigd zich terug te trekken, maar als je kijkt naar de begroting van het Pentagon zit daar toch weer 300 miljoen dollar aan steun in voor de SDF.”
Strafhof
De Koerden zitten ook nog in hun maag met de alle overgebleven buitenlandse IS-strijders. Europese landen willen die niet terugnemen en daarom zitten die in overvolle kampen in noordoost Syrië. Om die mensen op den duur te kunnen berechten willen de Koerden dat er een internationaal gerechtshof komt, waar oud-strijders kunnen worden berecht.
Ook dat vindt Joost Jongerden een idee dat kan bijdragen aan verdere stabiliteit van de regio. “De Europese landen moeten hun burgers berechten die daar misdaden hebben begaan. Dat kun je niet zomaar overlaten aan de Koerden.”