Misstanden in Cambodjaanse fabriek C&A

Modeconcern C&A bevestigt de incidenten en betreurt de gang van zaken in de Ginwin 2 fabriek. Het bedrijf zegt dat ze al sinds maart van dit jaar actief probeert bij te dragen aan een oplossing. Aan het eind van de maand staat opnieuw een overleg gepland met de ontslagen werknemers, de fabrieksleiding en een bemiddelaar waart C&A ook aan deel zal nemen. Ook de kwestie rond de toezichthouder die een werknemer onder schot hield zal dan aan de orde komen.

Een van de vijf ontslagen arbeiders, Soy Sros, zit nu werkloos thuis. "De werkdruk was enorm hoog in de fabriek en de omstandigheden zwaar, toch ben ik teleurgesteld over mijn ontslag."

Verbeteringen

C&A ondertekende in juli samen met vijftig andere bedrijven uit de Nederlandse textiel- en kledingsector het convenant Duurzame Kleding en Textiel. In het convenant beloven de bedrijven samen te werken aan het duurzamer maken van hun productieproces en zich in te zetten voor verbeteringen in de internationale textielketen, onder meer op het gebied van arbeidsomstandigheden, lonen en milieu. Volgens het convenant moeten werknemers de vrijheid hebben lid te worden van een vakbond.

De aanleiding voor het convenant is een trieste. In Bangladesh stortte de kledingfabriek Rana Plaza in, waardoor meer dan duizend mensen om het leven kwamen. De fabriek maakte ook kleding voor de Nederlandse markt en de ramp gaf de urgentie aan om vergaande maatregelen te treffen op het gebied van werkomstandigheden en veiligheid. Vakbonden zijn heel belangrijk in de kledingindustrie. Op die manier kunnen arbeiders zelf opkomen voor hun rechten.

Bij navraag van De Ochtend bij de Schone Kleren Campagne blijkt dat zij daar ook op de hoogte zijn van de kwestie. Volgens woordvoerder Tara Scally had C&A het conflict al lang op kunnen lossen. "Ze zijn er al maanden mee bezig, maar verzuimen echt druk te zetten op de fabrieksleiding. Graag willen we dat de werknemers opnieuw aangenomen worden en dat ze gecompenseerd worden voor verlies aan inkomsten."