Kim Jong-un deelt twijfels over toestand Noord-Korea: 'Dan moet het wel echt ernstig zijn'

'De levensstandaard in sommige regio's is onbeschrijfelijk laag', 'de langdurige achterstand heeft ertoe geleid dat mensen niet meer voor de staat willen werken' en 'alle goede locaties en middelen gaan naar het leger en organisaties die banden hebben met het centrale gezag, wat de ontwikkeling van arme gebieden in de weg staat.' Dit zijn uitspraken die de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, een week of twee geleden deed gedurende een toespraak bij een fabrieksbezoek.

Zelf benoemd

Kim Jong-un benoemt zelf dat het niet goed lijkt te gaan in zijn land en dat is bijzonder. "Vooral voor een regime dat eigenlijk zegt dat het 'het beste regime ter wereld is', met titels als 'arbeidersparadijs' en al dat van dien. Maar er zijn reële problemen. Zeker buiten de hoofdstad", zegt hoogleraar Koreastudies Remco Breuker. De hoogleraar legt uit dat de economie er nog steeds niet goed draait. Terwijl Noord-Korea in principe een rijk land zou kunnen zijn, is het het niet. Zo produceert het niet het voedsel en de benodigdheden die de bevolking nodig heeft.

Breuker denkt dat de leider het nu wel zelf moest gaan benoemen, aangezien zijn bevolking het al lang in de gaten heeft. "Hij is bang dat hij de ontevredenheid van de gewone Noord-Koreaan niet langer onder controle kan gaan houden wanneer het probleem niet erkend wordt", zegt Breuker. "Maar dan moet het dus wel echt ernstig zijn."

Levende goden

De Noord-Koreaanse leider heeft het er wel vaker over gehad dat er dingen moeten veranderen. "Maar dit was de meest expliciete toespraak tot nu toe", zegt Breuker. Aan systeemkritiek doet de leider nog niet, wel spreekt hij zich uit over het beleid en de mensen die het uitvoeren. Wat bijzonder is, aangezien zijn vader en grootvader ook dit beleid hebben gevoerd.

"Dan ga je eigenlijk in tegen wat elke Noord-Koreaan heeft geleerd. Namelijk dat Kim Il-sung, de grootvader en stichter van het land, Kim Jong-il, zijn vader en hijzelf een soort levende goden zijn." Volgens Breuker is dat geen overdreven vergelijking, maar dit kan Kim Jong-un dus niet zomaar bekritiseren. "Dat zou het bekritiseren van de staatsreligie zijn."

Onvrede

Dat de Noord-Koreaanse leider zijn volk heeft aangehoord is, volgens de hoogleraar, een lichtpuntje voor hem. "Dat is in het verleden niet altijd zo geweest. Vaak wordt een dictator geïsoleerd van geluiden van onvrede en dat kan nu blijkbaar niet meer", zegt Breuker. De hoogleraar durft niet te zeggen of deze onvrede aan Kim Jong-un ligt.