Sportclubs nalatig bij aanpak seksueel overschrijdend gedrag
- Nieuws
- Sportclubs nalatig bij aanpak seksueel overschrijdend gedrag
Sportclubs pakken meldingen van seksueel overschrijdend gedrag niet goed op. De aanpak is versnipperd en er wordt veel informeel opgelost. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
Zo is het bij veel sportclubs vrij onduidelijk bij wie je een incident kunt melden, zegt onderzoeker Anton van Wijk.
'Het is onduidelijk bij wie je moet zijn bij wie je melding moet doen van seksueel overschrijdend ge
"Een slachtoffer kan een melding doen van seksueel overschrijdend gedrag, bijvoorbeeld bij de vereniging. Maar wie moet je dan zijn? Dat kan de coach zijn, dat kan de trainer of het bestuur zijn. Het slachtoffer kiest vaak zelf wie hij of zij benadert."
Vier routes
De melding kan ook terecht komen bij de sportbond of het vertrouwenspunt van het NOC*NSF of de bij de politie. "Maar die vier routes kennen ook diverse afvalmomenten. In het onderzoek zien we dat op verenigingsniveau heel lastig is voor bestuurders om om te gaan met dit soort meldingen."
Een eerste reactie van een vereniging is vaak een schrikreactie, zegt Van Wijk. "Een aantal clubs pakt het adequaat op en schakelt de politie in. Maar we zien ook clubs die zich kenmerken door een handelingsverlegenheid. Daarmee bedoelen we dat ze eigenlijk niet goed weten wat ze moeten doen."
Vertrouwenscontactpersoon
Het hebben van een vertrouwenspersoon is niet verplicht voor clubs. "Op de 25.000 sportverenigingen zijn ongeveer 900 vertrouwenscontactpersonen. Een overgroot deel van de vereniging heeft niet zo'n persoon. Dat is jammer. Ik vind het noodzakelijk dat een vereniging een vertrouwenscontactpersoon heeft."