Advocaat: 'Ik kan dit niet volhouden'

Dit is een conclusie die Stolk met pijn in het hart trekt. Al veertien jaar zet ze zich als sociale advocaat in voor slachtoffers met een minder grote portemonnee.

"Het werk is emotioneel heel zwaar", vertelt Stolk. Ze doet onder andere zedenzaken, mishandelingszaken en moordzaken. "Je staat in zo'n zaak naast de slachtoffers en de nabestaanden. Zij gaan door een rollercoaster, maar ik moet professioneel blijven. Ik ben 24/7 voor hen bereikbaar."

Niet gezond

Door alle bezuinigingen en met een nieuwe bezuinigingsronde in zicht, denkt Stolk niet dat ze dit nog lang kan volhouden. "Ik krijg soms elf uur voor een zaak waar ik met gemak dertig tot veertig uur mee bezig ben. Je moet die tijd ergens vandaan halen." Stolk werkt van 's ochtends zes uur tot tien uur in de avond. "Dat is niet gezond."

Géén extra geld

De werkdruk neemt toe en de vergoedingen voor advocaten worden lager. Minister Sander Dekker (rechtsbescherming) weigert extra geld uit te trekken. Hij zegt dat juist het aantal rechtszaken naar beneden moet. Door bestaande juridische loketten laagdrempeliger te maken, zouden er meer zaken bij advocaten weggehaald kunnen worden.

Volgens advocaten komen mensen die zelf geen advocaat kunnen betalen straks in de kou te staan, omdat er in de toekomst mogelijk geen sociaal advocaten meer zijn.

'De minister begrijpt het niet'

"Minister Sander Dekker begrijpt niet wat er speelt", zegt advocaat Bénédicte Ficq in Spraakmakers. Ficq kan haar pro deo werk bekostigen met het geld dat ze in andere zaken verdient, maar wijst erop dat 95 procent van de zaken in Nederland pro deo zijn. Zo ook de zaken die Stolk aanneemt.

Uit onderzoek van Commissie-Van der Meer is gebleken dat sociale advocaten op dit moment geen goede vergoeding krijgen voor het werk dat ze doen. Volgens Ficq ontbreekt het minister Dekker aan realiteitszin als hij denkt dat advocaten bereidt zijn om pro deo zaken aan te nemen als dit domweg niet vergoed wordt.

Stolk is gepassioneerd over haar werk, en nadenken over een eventueel afscheid van de sociale advocatuur valt haar dan ook zwaar. "Ik zie het als mijn taak om naast het slachtoffer te staan. Dat het recht spreekt op een wijze zodat mensen in de uitspraak kunnen berusten. Dat ze weten dat er iemand naast ze stond die voor hen gestreden heeft."