Europarlementariër Bas Eickhout weigert gekke sprongen te maken voor televisie-aandacht
- Nieuws
- Europarlementariër Bas Eickhout weigert gekke sprongen te maken voor televisie-aandacht
Europese politici zijn volstrekt onbekend en de verkiezingen op 23 mei worden door meer dan 70 procent van de kiezers onbelangrijk gevonden. Dat is kort door de bocht de strekking van onderzoek door I&O Research. De enige die we kennen is Frans Timmermans. Maar, saillant detail, één op de tien VVD-stemmers denkt dat deze PvdA'er hun lijsttrekker is. Bas Eickhout, die al tien jaar meedraait in Brussel, die kennen we sowieso nauwelijks…
Video niet beschikbaar
"Ik weet dat ik nog niet het bekendste gezicht van Nederland ben", zegt de Spitzenkandidaat voor de Groenen in Spraakmakers op NPO Radio 1. "Blijkbaar dringt het werk dat ik doe nog onvoldoende door." Als politicus is hij er van doordrongen hoe belangrijk naamsbekendheid is voor het vak, en hij zegt zich dan ook niet te verschuilen. "Maar het komt toch neer op tv-aandacht. Op radio en in geschreven pers zijn we aardig vertegenwoordigd, maar tv… we bieden ons aan, we doen voorstellen, maar ze willen ons niet."
Gekke sprongen
Moeten de Europarlementariërs dan niet zorgen dat ze wat interessanter zijn voor tv? Eickhout: "Ik kán gekke sprongen gaan maken om op tv te komen, maar dat weiger ik. Ik blijf bij wat ik doe."
'Europa, best belangrijk'
De verklaring ligt volgens Eickhout bij het feit dat de politieke strijd in Brussel te weinig zichtbaar is. "Europa wordt gezien als institutie, als een groepje gebouwen, maar daarachter is een keiharde politieke strijd gaande. Dat moeten we veel meer laten zien. Als je zegt 'Europa is belangrijk' dan ben je een instituut aan het verdedigen, daar krijg je nooit mensen mee enthousiast."
Volstrekt oninteressant
Volgens Europadeskundige Rob Boudewijn is juist de inhoud van die politieke strijd het probleem. "In de Tweede Kamer hebben we debat op basis van de politieke stroming die je vertegenwoordigt. In Europa heb je dat niet, er is geen Europese regering, geen Europese oppositie. Het debat is daardoor heel technisch – gaat over standaarden, normen, uitstoot, gewicht, lengte – en dat is voor de media volstrekt niet interessant."
Europa raakt ons in ons dagelijks leven overal, zegt Boudewijn, maar dat wordt heel slecht gecommuniceerd. "We mogen best wat trotser zijn op onze verworvenheden. Maar het is net of men zich in Europa schaamt om dat meer onder de aandacht te brengen. We hebben met zijn allen een vierde bestuurslaag gecreëerd, maar we zijn die vergeten uit te leggen. De EU is een elite-project gebleven."