Akkoord tussen industrie en milieubeweging is 'best bijzonder'

Hans Grünfeld is algemeen directeur van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), die grootverbruikers vertegenwoordigt. “Ik denk dat er heel hard is gewerkt de afgelopen maanden”, zegt hij in 1 op 1. “We zijn pas vier maanden onderweg. Dinsdag worden de hoofdlijnen gepresenteerd, maar we hebben nog tot het einde van het jaar. Dit is al een behoorlijke winst. Het is heel bijzonder dat we in Nederland in staat zijn om met zoveel partijen tot een akkoord te komen.”

Te hoge verwachtingen

Dinsdag is de presentatie van het klimaatakkoord. De NOS zag de hoofdlijnen van het akkoord en daaruit blijkt dat op de mobiliteit- en industrietafels nog geen overeenstemming is over concrete maatregelen.

Grünfeld vindt dat niet raar. “Diegenen die hadden verwacht dat er binnen vier maanden een aantal concrete acties zijn per bedrijf of per instelling, om in de komende 12 jaar de CO2-emissies te halveren ten opzichte van 1990... Ik denk dat die verwachtingen naïef waren. Er zijn zeker veel mensen die met hele concrete maatregelen komen. Maar niet iedereen is meteen even enthousiast over die voorgestelde maatregelen.”

Hoeveel betaalt de overheid?

Groot struikelblok is, hoe kan het ook anders, het geld. De industrie moet 14,3 miljard megaton CO2 besparen. Voor een deel kan dat door maatregelen die op termijn geld opleveren, die willen bedrijven best leveren. Maar een ander deel van die besparing is niet rendabel. Daarvoor wil de industrie geld van het Rijk, ongeveer een miljard euro. “Er zijn nog geen concrete afspraken over de inzet van financiële middelen”, zegt Grünfeld. Er is uiteraard wel aan gerekend. Maar het hangt ervan af welke bijdrage het Rijk wil leveren.”

De industrieman wil in ieder geval het beeld ontkrachten dat de industrie en milieubeweging er niet samen uitkomen. Want ook al zijn ze er nog niet, er ligt wel een tekst waar iedereen het over eens is. “De mensen hebben ongelijk als ze denken dat er niks uitkomt, dat partijen overhoop liggen. Natuurlijk is het heel lastig om met zo’n groep tot overeenstemming te komen. Dat kun je niet in vier maanden.”