Pop met downsyndroom moet zorgen voor maatschappelijke herkenning en erkenning
- Nieuws
- Pop met downsyndroom moet zorgen voor maatschappelijke herkenning en erkenning
Ieder kind zou een pop moeten kunnen hebben waarin het zichzelf herkent. Dat vindt Ellen Brudet, eigenaresse van Poppenwinkel Coloured Goodies in Amsterdam-Noord. In haar winkel vind je daarom poppen van kleur, met een vlek in het gezicht of met een hoofddoek En nu heeft ze er een nieuwe bij, namelijk een pop met afrokapsel én met de herkenbare trekken van een kind met het syndroom van Down.
Video niet beschikbaar
Brudet doet hard haar best om de poppen in de poppenhoeken van ziekenhuizen en kinderdagverblijven te normaliseren. "In de maatschappij moet ieder kind zich kunnen identificeren. Dat moet echt anders", vindt Brudet. Ze hoopt dat kinderen zich met behulp van deze poppen erkennen en herkennen en daardoor weten dat zij gewild zijn in de maatschappij en dat zij gezien worden. "Ieder mens is prachtig op zijn of haar manier."
foto: Poppenwinkel Coloured Goodies
Eigenaresse Ellen Brudet met de nieuwe pop
Meer zichtbaarheid
Gert de Graaf van de Stichting Downsyndroom vindt het een prima initiatief. "Het is geen nieuw initiatief. Al in de jaren negentig waren er poppen met downsyndroom, maar het is nooit heel groot geworden. Het is goed dat deze poppen er nu weer zijn. "
Het normaliseren van kinderen met downsyndroom met donkere of lichte huidskleur met behulp van poppen is volgens De Graaf heel belangrijk, maar er moet volgens hem nog veel meer gebeuren. "We moeten ervoor zorgen dat zij naar gewone scholen kunnen gaan. We weten van Canada en Italië dat dat ook gewoon kan. Er moet meer zichtbaarheid komen in de samenleving."
Daling aantal kinderen met downsyndroom
Door de NIPT-test kun je tegenwoordig tijdens de zwangerschap achterhalen of jouw kind het downsyndroom heeft. Toch heeft dat volgens De Graaf geen radicale invloed op het aantal kinderen dat wordt geboren met het downsyndroom.
"Je ziet sinds 2013 een jaarlijkse daling van het aantal geboortes van een kind met het downsyndroom. Dat getal schommelt ook door toeval en is niet versneld sinds de invoering van de NIPT-test." De Graaf is van mening dat mensen daar zelf over moet kunnen beslissen. Wel zet hij vraagtekens bij of we zo negatief naar kinderen met het syndroom van Down moeten kijken.