35 procent slachtoffers seksueel geweld binnen 5 jaar weer slachtoffer bij delict
- Nieuws
- 35 procent slachtoffers seksueel geweld binnen 5 jaar weer slachtoffer bij delict
Schokkende cijfers verschenen vandaag in de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen in de periode 2017-2021. Daaruit blijkt dat maar liefst 37,8 procent van de meiden en 13,4 procent van de jongens tussen de 15 en 17 jaar te maken hebben gehad met seksueel geweld. Volgens Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Conny Rijken, is het aantal kinderen tussen de 15 en 17 jaar dat binnen 5 jaar opnieuw slachtoffer wordt verontrustend. In De Nieuws BV vertellen Rijken en Renald Majoor, die als kind te maken heeft gehad met seksueel misbruik, over het verontrustende beeld dat de cijfers schetsen.
Video niet beschikbaar
Rijken geeft aan dat de percentages in het rapport schattingen zijn op basis van cijfers van het CBS. Wat Rijken verontrustend vindt, is dat 35 procent van de slachtoffers die wel in beeld zijn opnieuw slachtoffer wordt van een delict. Ook de ernst van de delicten verzwaard. "Het aantal verkrachtingen en aanrandingen nemen schrikbarend toe", aldus Rijken.
Hoe dit hoge percentage te verklaren valt, is niet door de Slachtoffermonitor onderzocht. Wat volgens Rijken wel duidelijk is uit voorgaand onderzoek is dat slachtoffers vaak in benarde situaties zitten en dat seksueel geweld vaak niet het enige probleem is waar ze mee te maken hebben. Zo kunnen een slechte thuissituatie en problemen op school ook meespelen. "Het is multiproblematiek."
Neus op de feiten
Majoor, die misbruik meemaakte op 12-jarige leeftijd, vindt de cijfers bijzonder schokkend. "We hebben nog veel te doen qua cultuurverandering, die keihard nodig is om dit enigszins om te buigen." De hoge cijfers drukken ons met de neus op de feiten, aldus Majoor.
Het misbruik heeft bij Majoor grote impact op zijn leven gehad. Zo vertelt hij dat hij allerlei angsten ontwikkeld heeft en moeite heeft gehad met het aangaan van relaties. "Je draagt het altijd met je mee. Maar met vallen en opstaan ben ik de persoon geworden die ik nu ben."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Volgens Rijken komen slachtoffers niet makkelijk met hun verhaal naar buiten. Als ze dan al wel hun verhaal delen, worden ze niet goed geholpen. Zo vindt Rijken dat er niet goed beoordeeld wordt wat het kind nodig heeft. "Vaak heeft het kind specialistische hulp nodig, maar die hulp is niet altijd beschikbaar of toegankelijk. Zo komt een kind in een wirwar van hulpverlening terecht." Dat ligt volgens Rijken niet aan de zorgprofessionals, maar aan de manier waarop de jeugdhulp georganiseerd is.
Lappendeken
Ze noemt het zorglandschap een lappendeken waarin je de weg niet kunt vinden. Dat ziet Rijken ook aan het aantal meldpunten, waar er veel van zijn. Daarom pleit ze ook voor een landelijk entreepunt waarachter de hulp wordt georganiseerd. "Vanuit daar kan op basis van behoeftes van het kind ingeschat worden welke hulp het nodig heeft."
Majoor herkent de wirwar van meldpunten. "Het is zeker lastig om te kiezen naar welk loket je moet." Uiteindelijk had Majoor zelfs Peter R. de Vries gebeld, met de vraag of hij hem verder kon helpen. "Hij verwees mij uiteindelijk door naar Slachtofferhulp."
Bewustwording
Zelf heeft Majoor lang gewacht met het naar buiten brengen van zijn verhaal. De oud-voetballer geeft aan dat hij jarenlang dacht dat hij alleen was met zijn verhaal. "Ik hoorde er niks over in Nederland." Voor Majoor was het verhaal van de Engelse voetballer Andy Woods het duwtje wat hij nodig had om naar buiten te treden. "Zie je wel, ik ben toch niet de enigste. Naar buiten treden moedigt aan om ook te praten over jouw verhaal."
Rijken herkent het verhaal van Majoor in andere slachtoffers. "Jezelf de schuld geven, denken dat je de enige bent of bang zijn om niet geloofd te worden, dat zijn mechanismes die we bij slachtoffers zien." Een advies dat uit het rapport van de Slachtoffermonitor komt, is vooral gericht aan de overheid en scholen om meer sturing te geven aan de inrichting van seksuele voorlichting. "We moeten erover praten wat wel en niet normaal is qua seksualiteit", aldus Rijken. Volgens Majoor ook een goed idee. "Misschien moet je helemaal terug naar de basis gaan: hoe ga je met elkaar om?"
Mocht je een nare seksuele ervaring hebben meegemaakt en hulp nodig hebben, bel of chat dan met het Centrum Seksueel Geweld: 0800-0188 of bezoek de website.
De stichting van Renald Majoor kun je vinden op www.destilteverbroken.nl