Thee van Nederlandse bodem is de toekomst

Kruidenthee van lokaal gegroeide kamille of munt, die kennen we al in Nederland. Maar thee van de echte theeplant Camilla sinensis, die is nieuw. Jarenlang kruiste Johan Janssen van Localtea de van oorsprong Zuidoost-Aziatische plant totdat hij in de Nederlandse kou ook genoeg verse toppen opleverde. Daar maakt hij nu op zijn bedrijf in Zundert echte losse thee van, waarmee hij zelfs een prestigieuze theeprijs heeft gewonnen.

Thee uit Nederland

De Camellia sinensis is een heesterachtige struik, met een houtig steeltje en jaarrond groenige bladeren. Van de scheuten aan de top kun je thee maken. Door de eeuwen heen is vaker geprobeerd deze plant naar Europa te halen, en hier kun je ook nog wel struiken van zien in warme delen van Engeland en bij oude kastelen in Frankrijk. Door de kou gaf hij niet genoeg nieuwe toppen. Daarom zijn er toen plantages opgezet in voormalige koloniën zoals Sri Lanka, en zijn we vanuit daar massaal thee gaan importeren. Dit kon alleen zwarte thee zijn, omdat die als enige de lange tocht overleefde zonder te gaan schimmelen.

Lokale thee is duurzamer

Volgens Jansen is lokale thee een stuk duurzamer dan importthee uit Azië. Dat komt voornamelijk door de aanzienlijke afname in afgelegde kilometers. Omdat het bedrijf van Jansen zoveel mogelijk een gesloten kringloop heeft gebruiken ze ook weinig water en energie. "Zo stoten we in vergelijking met thee van ver 96% minder CO2 uit, rekenden studenten van de Universiteit van Amsterdam uit. Daar zijn we heel blij mee."

Als het aan Jansen ligt produceren we in Europa voortaan onze thee zelf. Dat ons klimaat opwarmt heeft daar geen invloed op. De gekruisde plant uit Zundert wordt al over heel het continent verkocht, "zelfs in Zweden levert de plant al genoeg toppen op om lekkere thee van te maken."

Inmiddels is de thee in verschillende winkels te koop.