Sterke afname ransuilen op vaste winterplekken in Brabant
- Nieuws
- Sterke afname ransuilen op vaste winterplekken in Brabant
De populatie ransuilen is in de Loonse en Drunense duinen sterk achteruit gegaan. Het is niet duidelijk hoe het landelijk met de populatie gaat, maar dat het slecht gaat met de ransuil is zeker. Ransuilenkenner Christien Hermsen roept in Vroege Vogels op om het te melden wanneer u een ransuil ziet.
Roestende ransuilen
In de winter van 2019 telde ransuilenkenner Christien Hermsen nog tientallen ransuilen in de Loonse en Drunense duinen. En nu zijn het er nog maar 5. Christien telt en ringt ransuilen voor de uilenwerkgroep Oisterwijk te Brabant. De uilenwerkgroep brengt de winterroesten voor Brabant in kaart. En in de broedperiode inventariseert de werkgroep in samenwerking met de vogelwerkgroep jonge ransuilen op geluid.
Ransuilen
De ransuil valt op door z’n prachtige oorpluimen. De naam oorpluimen leidt vaak tot wat verwarring aangezien de pluimen niet op op de plek van de oren zitten, die zitten aan de zijkanten van de uilenkop. De ransuil is iets kleiner en slanker dan de bosuil. Hij komt voor in diverse landschapstypen waar open veld aanwezig is met voldoende veldmuizen. De ransuil broedt veelal in oude nesten van eksters of kraaien. ’s Winters verzamelen ransuilen zich in groepen, de zogenaamde roestplekken
Afname
Met name dit jaar was de afname van de ransuil in Brabant voor Christien Hermsen duidelijk zichtbaar. Er waren maar weinig broedgevallen in haar gebied en in de Loonse en Drunense duinen zelfs helemaal geen enkel broedgeval. "Van de uilenteller van Sovon Vogelonderzoek Nederland begreep ik dat het in het hele land slecht gaat met de ransuil. Maar hoe de afname exact is valt niet te achterhalen, er is namelijk geen landelijke werkgroep."
Oproep
Om in kaart te brengen hoe de landelijke trend is, roept Christien iedereen op die een ransuil ziet, dat te melden bij haar via https://uilenwerkgroepenoisterwijk.nl.