Stop de Noordtak

Miljoenen, ook overheidsgeld, is geïnvesteerd in dit beschermde Natura 2000-gebied ten oosten van Hengelo, ten noorden van Enschede. "Nog los van alle biodiversiteit - libellen, salamanders, dassen - die de investeringen hebben opgeleverd", zegt Sijbom, directeur van Landschap Overijssel, "is het omliggende gebied een van de laatste coulissenlandschappen van Twente."

Alternatieven Noordtak

Ook al is er nog lang geen besluit genomen over een mogelijke Noordtak, het feit dat de Tweede Kamer eind vorig jaar bijna unaniem instemde met een onderzoek naar 'de maatschappelijke en economische meerwaarde' van dit gebied is er grote onrust ontstaan. Gesouffleerd door de haven- en transportbedrijven zag men het brede spoortracé van Zevenaar tot Oldenzaal al in de berm van de N18 liggen. Jaap Jelle Feenstra van Havenbedrijf Rotterdam. "Met een kort lijntje in de berm van de N18, door dunbevolkt gebied, maak je het traject door tientallen steden schoner, stiller en veiliger. Uiteraard moet het nieuwe tracé hoogwaardig ingepast worden in het landschap."

"Hier valt niets in te passen", zegt Michael Sijbom. Hij spreekt van 'stuitende arrogantie' dit alleen al te suggereren. "Het gaat hier over natuur in evenwicht, die je niet kunt verplaatsen of zonder onherstelbare schade een spoor dwars doorheen kunt leggen. Voor de Noordtak zijn volop alternatieven. Denk aan een duurzamere binnenvaart, verscheping via de Noordzee naar de havens van Duitsland en Polen en het beter benutten van de Betuweroute".

Maatschappelijke discussie

Wat hem betreft is het hoog tijd voor een maatschappelijke discussie over nut en noodzaak van dit tracé: moet het dichtbevolkte Nederland wel de goederenhub van Europa willen blijven? En is tegen de tijd dat er een nieuw spoor door de natuur ligt nog wel vraag naar al die spullen? Het idee is immers dat de economie in 2050 fossielvrij en circulair is.

Nu gaan zware treinen met bestemming Noordoost-Europa, vaak met gevaarlijke stoffen, over gemengd spoor. Dwars door steden en dorpen. Wat - net als ten zuiden van de Betuweroute overigens - voor steeds meer geluids- en trillingsoverlast zorgt in Oost-Nederland. Van Apeldoorn tot Hengelo, Arnhem tot Deventer en alle andere plaatsen die de treinen aandoen van de Rotterdamse en Amsterdamse havens tot de grens bij Oldenzaal.