Er zijn heel weinig vlinders nu en dit is waarom

Een feestelijke dag vandaag: de Vlinderstichting uit Wageningen bestaat veertig jaar. Maar weinig reden voor gebak en koffie: het gaat niet goed met de gevleugelde diertjes. Het zijn er 'heel erg weinig'. "Dit voorjaar echt de helft van het aantal dat je normaal ziet. En normaal is ook al heel veel minder dan 30, 40 jaar geleden." Juist de tuinvlinders – de koolwitjes, de kleine vos - zijn er nauwelijks.

De redenen zijn bekend: strijd om ruimte, intensieve landbouw, stikstof – en dan komt daar de droogte nog eens bovenop. "Want al die vlinders die nu normaal in de tuin rondfladderen, aten als rups in september, oktober van plantjes. En toen was het allemaal gortdroog. En ja, verlepte sla eten wij ook niet."

Vlinders kúnnen weer terugkomen

Maar het verhaal is niet over. Vlinders kúnnen weer terugkomen. "Ook al zijn er weinig vlinders, een vlinder legt altijd heel veel eitjes. Een beetje een vrouwtje legt er, als ze de tijd krijgt, wel 100 of 200. Nou, als daar uiteindelijk nu twee of vier vlinders uitkomen, dan zie je hun aantal weer vooruitgaan." Maar, zegt hij, het hangt wel even af van de zomer. "Anders krijg je misschien hetzelfde probleem."

Gelukkig kun je zelf ook veel doen. "Als je zorgt dat er bloeiende planten zijn van pak ‘m beet februari tot in oktober - want dan zijn de vlinders er - dan hebben de vlinders al een heel mooi café." Nog beter is het, zegt hij, als je vlinders een plek geeft om voort te planten. Iedere soort heeft z’n eigen voorkeuren. "Vlinders zijn niet zo verwend, die drinken van alle bloeiende planten. Maar rupsen, die zijn écht verwende krengen."