André van Duin: 'Ik laat voor het eerst iets van mezelf zien'

Al ruim vijftig jaar is André van Duin te zien en te horen op radio, televisie en het theater. De Ere Zilveren Nipkowschijf krijgt hij voor zijn werk op televisie.

Verbaasd

"Ik ben verbaasd dat ik het al vijftig jaar volhou en dat mensen het nog steeds leuk vinden", vertelt hij in NOS Met het Oog op Morgen. "De laatste jaren nam ik een vreemde afslag en zelfs dat vinden mensen leuk." Met een vreemde afslag doelt Van Duin op zijn werk als presentator van Heel Holland Bakt en als acteur in Het Geheime Dagboek van Hendrik Groen.

Het is juist die afslag die hem nu de Ere Zilveren Nipkowschijf oplevert. De jury vindt dat hij zichzelf opnieuw heeft uitgevonden.

"Ik laat nu voor het eerst iets van mezelf zien. Eerst deed ik alleen typetjes, verscholen achter een brilletje, een hoedje en een stemmetje. Maar wat ik nu doe vinden mensen ook leuk. Dus eigenlijk had ik al die jaren gewoon mezelf kunnen zijn", lacht hij.

Nuchter

De Zilveren Nipkowschijf mag dan een van de grootste televisieprijzen zijn, Van Duin blijft bescheiden. "Of mijn werk uniek is? Nou, nee. Ik ben vrij nuchter over mezelf. Ik heb mezelf nooit bijzonder gevonden."

De komiek laat zich graag inspireren door andere theatermakers en cabaretiers. "Ik vind Jochem Myjer en Richard Groenendijk heel leuk om naar te kijken. Maar ook Freek en Youp. Als ik daar dan zit, dan denk ik: 'Goh, ik moet toch maar weer eens theater gaan doen.'"

Blij

En natuurlijk is hij blij dat hij de Ere Zilveren Nipkowschijf krijgt. "Het is altijd leuk om zoiets te krijgen. Ik zit trouwens vol in de oeuvreprijzen, dit is de derde."

"Toch ben ik onder de indruk want ik had niet gedacht dat ik deze ook zou kunnen winnen. Ik dacht dat de Zilveren Nipkowschijf voor het hogere segment was. De laatste jaren waren het toch vooral VPRO-programma's die wonnen. Dus ik ben heel blij dat ik deze nu ook krijg."