'Duurder vlees: beter voor boer, milieu en gezondheid'

Pier Vellinga zit namens de 'klimaatknuffelaars' aan tafel. Hij is betrokken bij een initiatief vanuit meerdere belangenorganisaties, genaamd de TAPP-coalitie. Deze groep pleit ervoor dat de echte prijs van vlees en zuivel wordt doorberekend naar de consument, dus inclusief de kosten voor de maatschappelijke schade van de vlees- en zuivelproductie.

"We hebben in Nederland goedkoop vlees, maar dat komt omdat de helft van de kosten wordt betaald door de belastingbetaler, door de waterschappen, of het gaat ten koste van de bomen op de wereld", zegt Vellinga. Hij doelt dus op kosten die nu niet door de vleeseter worden betaald maar door de hele maatschappij.

Compenseren

Vlees en zuivel zou twintig tot dertig procent duurder moeten, pas dán zou je betalen wat het werkelijk kost. En dat geld moet niet gewoon de schatkist in: het moet gebruikt worden om de boeren te helpen en mensen die het minder breed hebben te compenseren.

In het voorstel van de TAPP-coalitie gaat een deel van de meerprijs naar de boeren, om te zorgen dat zij de transitie naar een meer duurzame landbouw kunnen maken. Een ander deel gaat naar het compenseren van mensen met een laag inkomen. Door bijvoorbeeld een korting te geven op de zorgpremie blijft er extra geld over om af en toe vlees te eten. Ook zou gezond voedsel (groente en fruit) goedkoper gemaakt kunnen worden.

Twee keer per week

"De vervuiler betaalt is een logische gedachte. Maar mogen we dan helemaal geen vlees meer eten?" wil dr Kelder weten.

"Nee, het is geen verbod, maar als we allemaal minderen dan heeft dat grote voordelen voor het milieu en de voedselvoorziening van alle wereldburgers. Twee keer per week vlees kan prima", zegt de professor.