'Artikel 23 wijzigen is schieten met een kanon op een mug'

PvdA-Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop vindt de vrijheid van onderwijs een groot goed. "Maar er zijn ook uitzonderingen: scholen die leerlingen uitsluiten, omdat ze homoseksueel of transgender zijn, of omdat ze wel of niet een hoofddoekje willen dragen. En dat is niet goed."

Volgens De Hoop is het nu nog zo dat bijzondere scholen zich kunnen verschuilen achter Artikel 23 uit de grondwet. "Het tegengaan van uitsluiting en discriminatie is een van de basiswaarden van de grondwet. Daarom moeten we het zo moderniseren dat we de vrijheid van onderwijs behouden, maar ook dat kinderen nooit uitgesloten kunnen worden.”

Identiteitsverklaringen

Sommige bijzondere scholen werken met identiteitsverklaringen, waarin wordt uiteengezet waar de school voor staat. Voor Pieter Moens, bestuurder bij de koepelorganisatie van reformatorische scholen zijn die verklaringen belangrijk. "Het is een document waarin staat wat wij geloven en belijden, op grond van de bijbel."

Als het aan De Hoop ligt worden die verklaringen verboden, zeker als daarin homoseksualiteit wordt afgewezen. "Je weet dat als je naar zo'n school gaat, dat er bepaalde waarden zijn. Maar dat is wat anders dan dat je het pro-actief moet uitdragen richting kinderen die zichzelf ontdekken."

CDA-Tweede Kamerlid René Peters deelt de mening van zijn collega De Hoop dat ieder kind veilig naar school kan. "Maar hij schiet met een kanon op een mug als hij vrijheid van onderwijs via de grondwet aan wil passen, terwijl het via de gewone wet ook al kan."