Meer vrouwen in de techniek dankzij TechGirl: 'De verhouding is totaal zoek'
- Nieuws
- Meer vrouwen in de techniek dankzij TechGirl: 'De verhouding is totaal zoek'
Vrouwen die een laptop uit elkaar halen, chatbots bouwen of alles weten van digitale desinformatie: ze zijn er nog altijd een stuk minder vaak dan mannen. Dat merkte ook Anke Horstman op. Zij begon het online platform TechGirl, dat vrouwen wil enthousiasmeren voor de techwereld. Anke vertelt erover in Villa VdB.
Video niet beschikbaar
"Na mijn studie journalistiek kwam ik terecht bij een techwebsite, daar merkte ik dat er eigenlijk alleen maar mannen in het wereldje zaten", vertelt Horstman. "Misschien kon ik dat wel anders doen of beter maken, was het idee. Zo is uiteindelijk TechGirl ontstaan."
Op dit moment wordt 82% van de banen in de techniekwereld bezet door een man. "Als je dat doorrekent hebben we het dus over heel weinig vrouwen. De verhouding is totaal zoek."
Verschil
Het verschil tussen mannen en vrouwen in de techniek is nog altijd te zien. "Ik noem graag het voorbeeld van de autogordel: die is altijd getest op mannenlichamen. Het lijf van een vrouw is heel anders gebouwd." Bij een ongeluk is een vrouwenlichaam dus veel minder goed beschermd. "We moeten goed nadenken over de positie van vrouwen rondom technologie."
Wij passen onze onderwerpen aan vrouwen aan
Doelgroep
Met TechGirl probeert Anke haar eigen doelgroep aan te spreken. "Op een website als Tweakers.nl zul je sneller wat vinden over snelle computerprocessors, wij passen onze onderwerpen aan. Dan praten we bijvoorbeeld over een app voor de pil, of gaan we op zoek naar rolmodellen voor vrouwen in de industrie. Zodat vrouwen ook hun eigen voorbeelden hebben."
"Het percentage vrouwen met een baan in de techwereld groeit langzaam, maar we zijn er nog lang niet. De verhouding hoeft niet 50-50 te zijn, 40-60% is ook goed. Wie weet ben ik niet meer nodig op den duur."
Villa VdB
Villa VdB (Omroep MAX) hoor je van maandag t/m donderdag van 14.00 tot 15.30 uur op NPO Radio 1. Gepresenteerd door Jurgen van den Berg.