Planbureau Leefomgeving: plaats niet te veel kleine flexwoningen

Volgens Groot kunnen flexwoningen in zeker bijdragen aan het opvangen van het huizentekort, maar is dat vooral in specifieke situaties. "Ze helpen enorm als je écht op korte termijn op zoek bent naar een huis, en de gemeente kan op die manier iets bijbouwen." Toch ziet het PBL dat de woningen niet zo goed in trek zijn als verwacht. Ze plaatsen er daarom een kanttekening: "Als het kan, bouw liever niet té klein." Met kleine woningen bedoelt Groot woningen van zo’n 30 tot 20 vierkante meter.

Omloop

Flexwoningen zijn vaak zo’n 15 jaar beschikbaar. Vroeger werd er gewerkt met extreem korte contracten, maar dat mag niet meer. "Je kan dus best even blijven. Alleen zien we toch dat mensen die in kleine woningen wonen, sneller doorverhuizen of minder tevreden zijn met hun huis. Er is dus heel veel omloop en onrust."

Vervolgstap

Bewoners geven volgens Groot aan dat ze toe zijn aan een volgende stap. Dat herkent ze wel: "Ik heb zelf ook in zo’n container gewoond, en met 2 personen ben je er snel op uitgekeken. Het is gewoon heel krap." Volgens Groot wordt er momenteel te veel gefocust op snelle flexwoningen, en niet over de vervolgstap.

Daar komt bij dat de grote omloop in flexwoningen geen duurzame oplossing is. "Permanent is altijd beter dan tijdelijk. Er is een structurele woonvraag, die wil je niet tijdelijk oplossen. Zodra er meer mogelijkheden zijn is dat duurzamer en toekomstbestendiger."