Hoe natuurbeschermers de dood in worden gejaagd door houtbedrijven

De moorden werden gepleegd door paramilitairen, criminelen, stropers of veiligheidstroepen van overheden. Hun slachtoffers waren meestal milieuactivisten en inwoners die hun directe leefomgeving willen beschermen tegen bijvoorbeeld mijnbouw, houtkap of landbouw.

"In Brazilië is een grote boom al snel een jaarsalaris waard", zegt onderzoeker Tim Boekhout van Solinge in NOS Met het Oog op Morgen. Hij deed onderzoek naar de Maró, een kleine Braziliaanse indianenstam.

Daar zijn het de houtbedrijven die vergunningen voor andere gebieden hebben, maar toch hout willen uit indianenreservaten. Want daar staan alle woudreuzen." De indianen worden daar het slachtoffer van, weet Boekhout van Solinge. "Zij leven van het bos dus zij verzetten zich tegen de grote bedrijven. Wat wij hier natuurbeschermers noemen, zijn de leiders van die gemeenschappen."

Stamhoofd

Zo ontmoette de onderzoeker het stamhoofd Dadá, die al tien jaar een prijs op zijn hoofd heeft staan. "Dat begon met het vergiftigen van zijn honden. Daarna werd zijn huis in de fik gestoken, werd hij ontvoerd en gemarteld. Er zijn moordaanslagen op hem gepleegd."

Toch wist Dadá steeds te ontkomen. "Hij is slim en effectief. En dat soort mensen willen ze liever dood hebben. Het is echt een strijd om het land."

Om die strijd op te lossen, moet er iets gebeuren met de mensen die in het bos wonen. Daar moet meer mee gepraat worden. En technologie kan helpen. Ik heb ze bijvoorbeeld met GPS-camera's uitgerust zodat ze foto's kunnen maken van de houtkappers en de vrachtauto's en de nummerplaten. En elke foto gaat naar justitie."