Waarom we het woord trauma minder vaak zouden moeten gebruiken

U heeft het vast wel eens geroepen: 'Ik heb daar echt een trauma van!' Maar was dat nou echt een trauma? Grote kans van niet. Volgens universitair hoofddocent en psycholoog Miriam Lommen gebruiken we het woord wel erg vaak. "Dat is op zich niet heel erg, want we kunnen het taalgebruik natuurlijk aanpassen. Maar soms is het wel vervelend voor mensen die wel een écht trauma hebben waarbij er sprake is van een posttraumatische stressstoornis (PTSS)."

Verslonzen

Dus we verslonzen met zijn allen het woord een beetje. Wat dan wel een trauma is? Dat antwoord is te vinden in het DSM, het boek waar psychologen zich op baseren om diagnoses te stellen. "Eigenlijk komt het neer op blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld. En daar is het eigenlijk te beperkt," legt Lommen uit.

Dreigende dood

Een trauma kan door verschillende gebeurtenissen ontstaan. Bijvoorbeeld door een ernstig ongeluk, of getuige zijn daarvan. Maar natuurlijk ook als militair in de oorlog of als iemand gepest wordt. Hoewel dat laatste wel ingewikkelder ligt volgens Lommen. "Zodra er geen dreigende dood of fysiek geweld bij komt kijken is het niet traumatisch, iemand zal er geen PTSS van krijgen. Maar het kan zeker wel grote gevolgen hebben, zoals het ontwikkelen van een angststoornis."

PTSS

PTSS is het gevolg van een traumatische gebeurtenis, wat grote gevolgen kan hebben voor degene die het overkomt. "En daar zijn gelukkig genoeg goede behandelingen voor," stelt Lommen gerust. En of Nederlanders een nationaal trauma en collectieve PTSS kunnen krijgen van een slechte pot in het EK voetbal? "Nee, maar het is wel goed dat mensen zich ook realiseren dat er een verschil is tussen trauma in de volksmond en trauma waar we het als psycholoog over hebben. En dat mensen zich wel realiseren dat het voor mensen die te maken hebben met een psychotrauma misschien soms wel pijnlijk kan zijn."