Waarom literatuur en natuur onlosmakelijk verbonden met elkaar zijn
- Nieuws
- Waarom literatuur en natuur onlosmakelijk verbonden met elkaar zijn
Literatuur en natuur zijn onlosmakelijk verbonden. Alle literatuur lijkt over natuur te gaan, zegt paleontoloog Jelle Reumer in Vroege Vogels. "Vooral als je de natuur in brede zin neemt." Maar vandaag heeft Reumer het over natuur-natuur. Over een koolmees die haar jongen voert, een edelhert dat burlt en regendruppels in het herfstbos. Maar ook: over die bijzondere literatuurvondst.
De natuur, in al haar lieflijkheid en amorele onbekommerdheid, is al eeuwenlang een inspiratiebron voor prachtige literatuur. Wanneer je de natuur in brede zin neemt, inclusief de voortplanting, seks, hormonen, machtswellust en natuurproducten als alcohol, tabak en andere geestverruimende stoffen die ons de botanie en het schimmelrijk verschaffen, als je dat ook allemaal meerekent, gaat eigenlijk álle literatuur over de natuur.
Boeken vol natuurlijke taferelen
Maar dat bedoel ik vandaag niet. Ik bedoel de natuur-natuur, waarin een libel sluipt uit zijn te krap geworden larvehuidje, een koolmees haar jongen voert, een slang een kikker opeet, een kastanje zijn glimmende mahoniehouten zaden loslaat en waarin de zon in woeste roodtinten in zee zakt. Een meeuw vliegt krijsend voorbij.
Een edelhert burlt zijn hitsig gebrul maar je ziet hem niet. De regen drupt na in het herfstbos. In mijn stadstuintje pikt een heggenmusje de broodkruimels die na het ontbijt op het aanrecht achterbleven. Je kunt er boeken over volschrijven. En dat gebeurt dus ook.
Schrijven en lezen over natuur: een aanstekelijke bezigheid
Al in de Oudheid waren er schrijvers die zich lieten inspireren door wat de natuur hun dagelijks voorschotelde. Aristoteles, Plinius, Vergilius. De Jan Wolkersprijs zullen ze niet meer kunnen krijgen maar ik had het ze gegund. De achttiende eeuw bracht ons de Verlichting en schrijvers als Scheuchzer, Buffon en Martinet, de laatste in ons eigen land. De eeuw erna schreven Thoreau, Darwin, Wallace en John Muir – de een nog lezenswaardiger dan de ander.
In de twintigste eeuw ging het ook in eigen land helemaal los, met Jac.P. Thijsse, Eli Heimans, A.F.J. Portielje, Bert Garthoff, Fop I. Brouwer en Dick Hillenius. Namen noemen is namen vergeten, excuus daarvoor, maar ook hen had de Jan Wolkersprijs gepast.
En daarna kwamen Midas Dekkers, Tijs Goldschmidt, Koos van Zomeren, Menno Schilthuizen en al die anderen die ooit de longlist van de prijs bereikten. Of nog zullen bereiken, want schrijven over de natuur is een aanstekelijke bezigheid. Erover lezen ook trouwens.
Bijzonder literaire vondst
Eerder dit najaar kocht ik een boek op de Utrechtse boekenmarkt, een vertaling die ik nog niet bezat van het schitterende Walden, van Henry David Thoreau, over zijn tweejarig verblijf in een zelfgebouwd huisje aan de rand van een bosmeer in Massachusetts in de jaren 1840.
Thoreau schrijft in lyrische bewoordingen over de marmotten die zijn groentetuintje kaalvraten, een gevecht tussen twee mierenkolonies en hoe een uil hem vanuit een spar langdurig aanstaarde. Thoreau is de vader van de Amerikaanse natuurschrijvers.
Toen ik daar op de markt dat boekje doorbladerde, viel me plotseling de naam op die er voorin stond geschreven. Het was die van Dick Hillenius. Het is zijn Thoreau-exemplaar dat ik voor slechts een tientje op de kop tikte en mee naar huis mocht nemen. Mijn dag kon toen niet meer stuk.
Column Jelle Reumer: schrijvers
Vroege Vogels: iedere zondagochtend van 07.00 tot 10.00 uur.
Vroege Vogels is hét programma over natuur en milieu. Op zondagochtend te beluisteren op NPO Radio 1 en vrijdagavond te zien op NPO 2. Like Vroege Vogels op Facebook of volg het programma op Twitter of Instagram.