'De oorlog uit een kind halen is mogelijk'

Dat vluchtelingenkinderen hard hulp nodig hebben is duidelijk, volgens Marlies Rotshuizen. Zij werkt in een Irak voor Save the Children. Door middel van praatgroepen en recreatieve activiteiten probeert zij deze beschadigde kinderen psychische hulp te bieden. Rotshuizen: "We werken in kampen dichtbij de stad Mosul, waar de strijd tegen IS diepe sporen heeft nagelaten. We praten met de kinderen, geven onderwijs en we brengen families weer bij elkaar. Alles om hen weer een beetje een normaal leven te geven. Elk kind heeft wel familieleden verloren en verschrikkelijke dingen gezien."

Veel families vluchten uit oorlogslanden en komen hier in Nederland of ergens anders terecht. Daar is verdere hulp noodzakelijk, zegt Ernst Suur van War Child Nederland. "Een kind moet rust kunnen vinden, weer vriendjes kunnen maken. Het moet weer kind kunnen zijn. Ze hebben gelukkig vaak ongelofelijke veerkracht."

Hoseb Assadour, zelf gevlucht uit het Syrische Aleppo, was erg blij met die hulp. Hij moest veel achterlaten. "Ik studeerde geneeskunde in Aleppo. Ook mijn vrienden zie ik niet meer." Hoseb wist wel snel de Nederlandse taal te leren en rondde alsnog zijn opleiding af aan het vwo. "Het is belangrijk om initiatief te nemen", leerde hij.

Nienke Smit is klinisch psycholoog, gespecialiseerd in zware getraumatiseerde gezinnen en gelooft dat het mogelijk is om 'de oorlog uit een kind te halen'. Smit: "Veel kinderen hebben last van PTSS. Ze beleven steeds opnieuw wat ze in de oorlog hebben meegemaakt. Ze worden angstig of boos. Met de juiste therapie kunnen ze het achter zich laten, al vergeten ze de ervaringen nooit."

Een groot probleem is het gebrek aan psychologische hulp in de oorlogslanden. Rotshuizen: "Eigenlijk hebben alle kinderen daar hulp nodig. Irakezen moeten dat zelf gaan doen. Wij leiden hen op tot maatschappelijk werker en psycholoog. Want voor de oorlog waren er maar zeven psychologen in Mosul. In een miljoenenstad, dat is natuurlijk niets."