Schrijver Arthur van Amerongen: 'Fatshaming vind ik het leukste wat er is'

Waarom hij juist voor deze kwetsende vorm kiest, vindt de Arthur van Amerongen, columnist voor Geenstijl, The Post Online en HP/De Tijd, zelf makkelijk te verklaren: “Het is de basis van humor. Vroeger lachten we ook om de dikke van Laurel en Hardy. En op de kermis om de vrouw met drie tieten. Ik ben heel erg van het grappen maken over uiterlijk. ‘Hee een waterhoofd, of daar loopt een dwerg.’ Vind ik mooi. Het zwakke punt van mensen opzoeken, het uiterlijk. Een man met een haarstukje wordt gewoon z’n haarstukje. Omdat hij ijdel is en niet wil toegeven dat hij kaal wordt.”

Goudmijn

Juist in deze tijd waarin gecanceld worden op de loer ligt, hebben mensen behoefte aan deze vorm van humor, zegt Van Amerongen. “Je mag tegenwoordig niets meer zeggen. Door woke moet je heel erg op je woorden gaan letten, dat vind ik heel naar.” En juist tegen het zere been schoppen en incorrect zijn is voor Van Amerongen interessant. “Dit is een heel leuke tijd, een mer à boire, een goudmijn.”

Harnas van woke

Het probleem is volgens hem ook gedeeltelijk ontstaan doordat er steeds minder wordt gedebatteerd. Ook op tv. “De publieke omroep zit ook in het harnas van woke.” En dat de taal, ook in kranten wordt aangepast, aangevoerd door een kleine groep mensen, is hem een doorn in het oog. “Dat een 14-jarige non-binaire ineens met ‘hun’ wil worden aangesproken. Ik bedoel, ik heb geen probleem met non-binairen, maar die taalverkrachting dat vind ik erg.”

Desgevraagd zegt Van Amerongen dat je hem voor alles mag uitschelden. “Mij kan je niet kwetsen. Ik ben in mijn jeugd al voor alles uitgemaakt. Dat doet me niets. Ik denk zelfs wel eens: heb je niet iets beters in huis?”

Luister hier het hele gesprek terug!