Jeugd is de hele dag online maar kan informatie moeilijk beoordelen
- Nieuws
- Jeugd is de hele dag online maar kan informatie moeilijk beoordelen
Jongeren denken vaak dat zij online de weg wel weten en websites prima kunnen beoordelen. In de praktijk blijkt dat zij dit toch minder goed kunnen. Veel jongeren hebben vooral moeite met het zoeken naar betrouwbare informatie op internet. Zo is minder dan de helft van alle leerlingen in staat informatie op websites kritisch te beoordelen.
Remco Pijpers: 'Dit rapport laat zien dat je moet beginnen bij de basis'
Dat blijkt uit cijfers van de Monitor Jeugd en Media 2017 van Kennisnet. Ruim 1600 jongeren hebben een vragenlijst ingevuld over hun internetgebruik. Daarnaast maakten ruim 1000 jongeren een toets waarbij hun online vaardigheden in beeld werden gebracht. Daarbij werd onder meer gekeken hoe zij zoekopdrachten online uitvoerden.
De Monitor wordt gepubliceerd in het kader van de Week van de Mediawijsheid die vandaag begint. Het thema dit jaar is Generatie Media: Samen mediawijs. De organisatie roept scholen, ouders, jongeren en kinderen op om in gesprek te gaan over online gedrag en digitale vaardigheden.
Fake news
Kinderen zijn handig online en met digitale apparaten. Wel blijkt, hoe lager het schoolniveau, hoe minder goed de digitale vaardigheid is. Zo letten vwo'ers bij het beoordelen van informatie vaker dan leerlingen van andere niveaus, op of de info op meerdere websites voorkomt, of de bron betrouwbaar is en wat de uiterlijke kenmerken van de website zijn.
"Nog te veel kinderen worstelen met het beoordelen van informatie die zij online vinden. Zeker in het licht van de discussie die nu plaatsvindt over fake news en het leren programmeren, laat dit rapport zien dat je moet beginnen bij de basis," vertelt Remco Pijpers, expert digitale geletterdheid.
"Als de basis goed is, kun je volgende stappen zetten. Die basis is belangrijk voor hun toekomstige werk in de maatschappij. En dat vraagt meer dan alleen handig zijn online. Je moet je informatie kunnen vinden en verifiëren."
Vrije tijd
Uit het onderzoek blijkt verder dat leerlingen hun digitale vaardigheden vooral ontwikkelen in hun vrije tijd en niet op school. "We zien wel dat scholen graag willen en hun best doen, maar ze hebben daar hulp bij nodig," zegt Pijpers. "Op sommige scholen is het al wel een vast onderdeel van de lessen."
Op het Gelderse AOC Oost, een vmbo-school, komen digitale vaardigheden in de schoolvakken terug zonder daar de nadruk op te leggen. Lyanca ten Donkelaar is teamleider op deze school. "Ik heb onderzoek gedaan naar de digitale vaardigheden van leerlingen. Ook hieruit bleek dat leerlingen onder de maat presteren. Als ik hen online iets liet uitzoeken, merkte ik dat zij de informatie uit het eerste zoekresultaat van Google klakkeloos overnemen. Bij een les over anticonceptie is dat wel even schrikken."
Geen apart vak
De resultaten van het onderzoek van Ten Donkelaar zijn door het schoolbestuur overgenomen. Ze werden bij wijze van proef in het lesprogramma opgenomen. Dit was zo'n succes, dat het een vast onderdeel is geworden van de lessen. Elke leraar kan het gebruiken bij de vakken die worden gegeven.
Volgens Ten Donkelaar is het belangrijk om informatie over digitale vaardigheden door het hele lesprogramma heen te weven. Dat werkt volgens haar beter dan er een apart vak van te maken.
Toch kunnen scholen het niet alleen en is ook de rol van de ouders van belang. "Ouders moeten in gesprek gaan met hun kinderen. En ze moeten er vaker contact over hebben met school, niet alleen tijdens ouderavonden," zegt Pijpers.
En hij is het met Ten Donkelaar eens dat een apart vak niet werkt. "Digitale vaardigheden moeten een vast onderdeel worden van het curriculum. Bij taal kun je het bijvoorbeeld hebben over online teksten en bij geschiedenis kun je bronnen met elkaar vergelijken."