'Nederlands' coronamedicijn in massaproductie

Het Rotterdamse antilichaam doorstond afgelopen weken enkele cruciale tests op levende wezens. "Het medicijn zal er over vijf á zes maanden zijn. Voor het ontwikkelen van een medicijn is dit een heel snel traject", aldus Grosveld Om welk farmaciebedrijf het gaat kan de hoogleraar in dit stadium nog niet zeggen.

Antilichaam

Grosveld is één van de ontdekkers van het antilichaam, het hoofdbestanddeel van het coronamedicijn. "Je kan het gebruiken als medicijn, als je al besmet bent en als preventief middel voor hoog-risicogroepen", aldus het hoofd van de afdeling celbiologie van het Erasmus MC. Hij is hiermee een van de eersten die met een concreet middel tegen het virus komt. “Het gaat ons er om patiënten te helpen. Dat je daarbij toevallig de eerste, bent, dat zou mooi zijn, maar is minder belangrijk”.

Volgens de hoogleraar kan de impact van het medicijn enorm zijn. "Hiermee wordt het bijvoorbeeld een stuk gemakkelijker voor zorgmedewerkers om hun werk te doen", zegt Grosveld. "Je kunt besmettingshaarden voorkomen en dan is er zelfs een kans dat het virus gewoon verdwijnt."

Grosveld deed zijn ontdekking samen met collega-wetenschappers Berend Jan Bosch (Universiteit Utrecht) en Bart Haagmans. "Dit antilichaam reageert op SARS1, het werkt het ook voor het huidige coronavirus, dat ook wel SARS2 wordt genoemd. Als er een SARS3 komt, is de kans groot dat het daar ook goed op reageert."

Subsidie

Grosveld heeft voor zijn onderzoek enkele tonnen subsidie gekregen van het kabinet. "Ik heb contact gehad met minister De Jonge. Dat was een gesprek van drie minuten, toen was het voor elkaar", alsdus de hoogleraar.