Wat je moet weten vóór je naar coronacijfers gaat kijken
- Nieuws
- Wat je moet weten vóór je naar coronacijfers gaat kijken
Besmettingen, IC-opnames, reproductiegetal en ga zo maar door. Cijfers spelen een hoofdrol in de coronapandemie. Maar hoe serieus moeten we cijfers nemen? Op World Statistics Day vertelt econometrist en ontcijferaar bij De Correspondent Sanne Blauw in Spraakmakers over de zin en onzin van cijfers en statistieken.
"We geloven cijfers snel op de blauwe ogen, maar niet elk cijfer is evenveel waard of even goed tot stand gekomen", vertelt Blauw. "Cijfers worden ook gebruikt om bepaalde punten te maken of om jou te misleiden, ook niet allemaal natuurlijk, maar het gebeurt wel."
En dat is precies waar Blauw met haar boek Het bestverkochte boek ooit (met deze titel) tegen wil ageren, vertelt ze. "Cijfers zijn niet objectief omdat er altijd keuzes worden gemaakt. Dat begint al bij het meten, vervolgens analyseren, interpreteren en presenteren. Het is uiteindelijk mensenwerk en bij elk van die stappen worden keuzes gemaakt. Dat moeten we niet vergeten."
Video niet beschikbaar
Hechten we dan te veel waarde aan cijfers en statistieken? "Ik denk het wel. Ik vind cijfers heel belangrijk. Stel je maar eens een pandemie voor zonder cijfers, die zich totaal onzichtbaar zou voltrekken. We hebben cijfers nodig, maar wie cijfers iets beter kent, ziet ook de kanttekening."
Als voorbeeld noemt Blauw de besmettingscijfers. "In het begin moest het nog landen bij mensen dat het besmettingscijfer sterk afhankelijk is van de hoeveelheid testen die gedaan worden." Die kanttekeningen maken het ook leuk, zegt Blauw. "Cijfers zijn geen vehikels van de waarheid, die moet je in context plaatsen."
En zelfs met die context of een disclaimer erbij, kunnen bepaalde cijfers blijven hangen en een eigen leven gaan leiden. "Dat zie je ook veel met peilingen. Als gesteld wordt dat twee op de vijf Nederlanders iets vindt en dan in een zinnetje onderaan staat dat de meetmethode, een steekproef, niet representatief is, snap ik niet dat een kop zo knallend geformuleerd wordt. Daar heb je als journalist wel een rol te spelen."
Bij de coronacijfers gaat dat niet eens zo slecht, vindt Blauw. "Er is wel vaak gemeld dat er veel onzekerheid in de cijfers zit, dat we dingen niet zeker weten. Dat vond ik heel goed, hoe dat ging."
Cijfers maken het beleid
Nu op basis van cijfers direct beleid gemaakt wordt, zijn ze van grote invloed. Voor de cijfers die het RIVM publiceert over opnames en aantal besmettingen, is dan ook veel aandacht. "Voor mij hoeft dat niet dagelijks. Voor beleidsmakers is het belangrijk, maar zelfs ik word hier helemaal tureluurs van en cijfers zijn mijn vak." Liever kijkt Blauw naar de trends. Cijfers over de afgelopen dagen neemt ze met een korreltje zout.
Wat vaak fout gaat is dat correlatie en causaliteit door elkaar gehaald worden, vertelt Blauw. "Correlatie is dat je een verband ziet, maar een verband zien is niet zo moeilijk. Bijvoorbeeld: landen met vrouwelijke leiders doen het goed. Dus: de vrouwelijke leiders zijn beter in de aanpak van corona. We zien iets tegelijkertijd gebeuren, oké. Maar hoe definieer je 'goed'? En landen verschillen op superveel vlakken zoals gezondheid, bevolkingsopbouw – waaronder vergrijzing – en sommige landen hebben geluk gehad omdat ze later met het virus te maken kregen en zich beter konden voorbereiden. Er zijn tal van factoren die allemaal samen op elkaar inspelen." Daarnaast zijn er maar negentien vrouwelijke leiders. "Statistici weten dat dat een te kleine 'n' is, een te kleine steekproef."
"Causaliteit betekent dat het een het ander ook veroorzaakt", gaat Blauw verder. "Stel dat het zo is dat landen met vrouwelijke leiders het beter doen, en je kunt dat definiëren. Dan nog moet je om causaliteit aan te tonen dus ook kunnen aantonen dat het land het beter is gaan doen ómdat die vrouwelijke leider er zat." En daar kun je nogal wat vragen bij stellen. Dat er voor een vrouwelijke leider gekozen is, kan bijvoorbeeld al iets zeggen over het politieke systeem, legt Blauw uit.
Ranglijstjes en gemiddelden
Opvallend zijn de ranglijsten en vergelijkingen tussen landen die veel voorbij komen. "Maar al die landen registreren verschillend, testen verschillend en in een bepaalde mate. Dat kun je niet zomaar op een rijtje gaan zetten. Zo werden in het begin de cijfers van Italië naast die van Nederland gelegd en gesteld dat we dezelfde kant op zouden gaan. Daar zat ontzettend veel cherry picking in – dingen uitkiezen bij het punt dat je wil maken. Ik vind dat niet nuttig, want volgens mij leren we daar niet zoveel van."
Behalve lijstjes, krijgen we ook geen genoeg van het gemiddelde. Daarover wordt onder statistici een oud grapje gemaakt, vertelt Blauw. "Als Bill Gates de bus instapt, is iedereen in die bus gemiddeld miljonair. Of zelfs miljardair, afhankelijk van hoe groot je bus is. Maar dat zegt natuurlijk niks over de welvaart van die mensen in de bus."
De mensen die veel anderen besmetten, zijn de Bill Gatesen van de pandemie
Op eenzelfde manier ligt de focus nu veel op het reproductiegetal, legt Blauw uit. "Dat is ook een gemiddelde van hoeveel mensen een iemand besmet. Wat steeds bekender wordt, is dat eigenlijk een kleine groep mensen verantwoordelijk is voor een groot deel van de besmettingen. Er wordt geschat dat 10 tot 20 procent verantwoordelijk is voor 80 procent van de besmettingen. Dat is heel scheef. Dat zijn de Bill Gatesen van de pandemie."
Het reproductiegetal is niet volkomen nutteloos, zegt Blauw, maar het is wel een factor om rekening mee te houden. "Het k-getal heet dat. Dat laat de spreiding zien. Als je dan onderzoekt hoe dat komt, kun je dáár beleid opmaken." Om op dat punt te komen, zal de boel eerst weer wat meer onder controle moeten zijn, legt Blauw uit. "Op dit moment zitten we in een situatie waarin bron- en contactonderzoek al bijna niet meer haalbaar is en er niet genoeg wordt getest."
Positieve tests
Zelf kijkt ze niet meer zo naar het aantal besmettingen, maar naar de testpositiviteit. Die zal in Nederland op 17 procent liggen, is de verwachting, terwijl die volgens de WHO op 5 procent of minder zou moeten liggen. "Testen is als een net uitgooien bij vissen is. Als je een net uitgooit en je vangt steeds een vis, dan kun je denken dat er waarschijnlijk nog veel meer vissen in deze zee zitten. Als je daarna niets vangt, kun je denken dat je een beeld hebt van hoeveel vissen er in de zee zwemmen, of in dit geval, hoeveel mensen er besmet zijn."
Blauw maakt zich zorgen over die 17 procent. "Er wordt veel te weinig getest. Als je meer test heb je ook kans dat het percentage naar beneden gaan. Maar het kan ook zo zijn dat er nog veel meer mensen rondlopen met corona waarvan we het niet weten."
Nog meer weten over het k-getal? Sanne Blauw tipt dit artikel van The Atlantic.
Sanne Blauw bespreken we de zin en onzin van cijfers en statistieken
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.