Kindermishandeling in de wijk: 'We hadden allemaal weleens een blauw oog'
- Nieuws
- Kindermishandeling in de wijk: 'We hadden allemaal weleens een blauw oog'
Het duurt vijfendertig jaar voordat Jorien Meerdink het woord 'kindermishandeling' op haar eigen jeugd betrekt. Ze had een ellendige kindertijd in het Delfgauw van de jaren zestig. Op een reünie komt ze erachter dat ze niet de enige in de wijk was die opgroeide met geweld.
Video niet beschikbaar
"Als je maar buiten was, dan had je het fijn", vertelt Meerdink. Daar speelden de kinderen van de buurt en konden ze er voor elkaar zijn. Binnen was haar vader een driftige man en haar moeder was ook niet zo lief voor haar. "Ik wist niet beter, voor mij was dit eigenlijk heel gewoon", aldus Meerdink.
Mishandeling en misbruik
Vijfendertig jaar later is er die reünie met de kinderen van Delfgauw. "Ik zat in een zwarte periode van mijn leven. Ik zei daar plompverloren: ik ben mishandeld en misbruikt." Meerdink vroeg zich hardop af waarom ze nooit bij iemand terecht kon in die tijd. De reactie van haar oude buurtgenoten verbaasde haar: iedereen had wel zoiets meegemaakt.
Ik zag haar wel eens met een blauw oog, dat hadden we allemaal wel eens
Beste vriendin
Zelfs van haar beste vriendinnetje wist Meerdink niet dat ze door dezelfde ellende ging. "Ik zag haar wel eens met een blauw oog. Dat hadden we allemaal wel eens. Dan had je iets verkeerd gedaan en zou je die straf wel verdiend hebben."
Ik dacht dat ik de enige was
Als Meerdink besluit om haar oude speelkameraadjes te interviewen, blijkt dat de kinderen van Delfgauw op grote schaal met geweld en eenzaamheid te maken hebben gehad. ''Ik dacht dat ik de enige was.''
Jaren zestig
Of het misbruik uniek is voor deze wijk durft emeritus hoogleraar Herman Baartman niet te zeggen. Hij deed zijn leven lang onderzoek naar kindermishandeling en vermoedt dat het op andere plekken niet per definitie beter was. Wel heersten er in de jaren zestig andere normen.
"Het gebruik van geweld en autoritair optreden was eigenlijk iets dat in die tijd in gezinnen heel gewoon was." Volgens Baartman was er maar één de baas in huis en daarmee basta. Daarnaast heerste er een zwijgcultuur. "Wat moeilijk was, daar sprak je niet over."
Geschiedenis van geweld
Zoals wel vaker bij misbruik, hebben ook de ouders van Meerdink een moeizame geschiedenis van oorlog en incest. "Als mijn ouders niet zo’n jeugd hadden gehad, dan waren ze misschien ook beter voor mij geweest'', zegt Meerdink.
Het taboe rondom kindermishandeling, dat ook vandaag nog steeds bestaat, moet er volgens Baartman en Meerdink af. Volgens recente cijfers hebben ook nu nog 120 duizend kinderen te maken met geweld en misbruik. ''We moeten kijken hoe we ouders zo goed mogelijk kunnen assisteren bij het opvoeden van hun kinderen.''
'Ik ben gehoord'
Persoonlijke aandacht en doorvragen naar de situatie van een kind, kan ervoor zorgen dat ze er niet alleen voorstaan, benadrukt Meerdink. Zij zou zelf ontzettend gebaat zijn geweest bij iemand die naar haar had geluisterd. "Nu mijn boek af is en ik mijn verhaal heb verteld, voel ik eindelijk rust. Ik ben gehoord."
Het boek De Omstanders van Jorien Meerdink ligt vanaf deze week in de winkels. Wil je zelf kindermishandeling in je omgeving melden of herken je de signalen, maar twijfel je? Ga dan naar 'Ik vermoed huiselijk geweld.'