Internationale reizigers kunnen antibioticaresistentie verergeren

Onderzoekers van Maastricht University namen samples af uit de darmen van 190 Nederlanders die naar Azië en Afrika reisden. Na de reis hadden ze bacteriën in hun darmen zitten die niet alleen meer, maar ook meer verschillende genen hadden voor antibioticaresistentie. De onderzoekers identificeerden tien zogenoemde hoge risicogenen. Zes daarvan troffen ze voor de reis niet aan in de samples, maar na de reis wel. De studie verscheen in Genome Medicine

Veel bacteriën hebben van nature genen die ze beschermen tegen antibiotica, omdat sommige (andere) bacteriën zelf antibiotica maken. Maar op het moment dat bacteriën vaak in aanraking komen met antibiotica in geneesmiddelen of veevoer, kunnen deze genen zich snel verspreiden.

Uit een eerdere studie leek naar voren te komen dat een relatief klein aantal resistentie-genen zich wijd over de wereld had verspreid. Maar deze nieuwe studie is een indicatie dat er ook resistentie-genen zijn die in een kleiner gebied actief zijn – en vervolgens via reizende mensen verder verspreid kunnen worden.

Voor de reizigers zelf hoeft dit overigens niet meteen een probleem te zijn – zolang ze gezond blijven. Maar het kan wel zo zijn dat een infectie moeilijker te behandelen gaat worden. Ook zouden ze de resistentie-genen over kunnen dragen op andere mensen die wel ziek zijn.

Antibiotica zijn hét geneesmiddel van de vorige eeuw. Dankzij dit middel zijn veel ziektes niet langer dodelijk. Het middel werkt ook nog eens snel en is goedkoop. Maar er is een probleem: door veelvuldig gebruik van antibiotica worden bacteriën resistent en dat is een serieuze bedreiging voor onze gezondheid. Hoe lang werken antibiotica nog? NPO Kennis ging op onderzoek.

Gerelateerd: