Wetenschappers voorspellen veel Olympische medailles voor Nederland

Het model van de economen maakt gebruik van de WK-uitslagen van de afgelopen jaren. Op basis daarvan voorspellen ze de medailles. "Eigenlijk is het een model dat gemiddeld sportsucces weergeeft”, vertelt hoogleraar Elmer Sterken, een van de economen die het onderzoek heeft uitgevoerd. “Simpel gezegd kijken we hoeveel medailles Nederland in de WK-uitslagen van de afgelopen jaren heeft gehaald.”

Ze hebben niet gekeken naar het succes van de individuele sporters of sporten. “We voorspellen dus niet wie de 100 meter hardlopen of schoolslag wint. We kijken naar de hele portefeuille van atleten.”

Het model houdt ook geen rekening met het belang van een WK per sport. Je zou kunnen denken dat dat het model minder betrouwbaar maakt. In sommige sporten is een WK immers van groot belang, terwijl het in andere sporten soms bijna een voorbereiding op de Olympische Spelen is. En in tennis bestaat niet eens een WK.

De wet van de grote gemiddelden

Maar dat blijkt mee te vallen: “Wij maken gebruik van de wet van de grote gemiddelden. In het verleden is gebleken dat die gemiddelden het redelijk goed doen in de voorspelling.” Gemiddeld zitten de Groningse economen er hooguit twee gouden medailles naast. “De twaalf gouden medailles die we nu voor Tokyo voorspellen kunnen er dus tien worden, maar ook veertien. Eén ding weet je zeker: de voorspellingen komen nooit helemaal zo uit als ze op papier staan”

Als Sterken straks naar de Spelen gaat kijken, houdt hij de voorspellingen nadrukkelijk in zijn achterhoofd: “In Athene in 2004 hadden we precies het goede aantal medailles voorspeld, en toen won er op de laatste dag toch nog iemand brons. Dan baal je toch wel een beetje.”