Dit zijn de Nederlandse ‘Oscar’-winnaars van de wetenschap!
- Nieuws
- Dit zijn de Nederlandse ‘Oscar’-winnaars van de wetenschap!
[NTR] Ook in 2016 heeft weer een zeer klein aantal onderzoekers de grote eer om de Spinozapremie te ontvangen, de meest gerenommeerde prijs die een Nederlandse wetenschapper kan krijgen. Zet je daarom schrap voor de volgende vier Nederlandse toponderzoekers, die de internationale wetenschap naar een nog hoger niveau hebben getild. Van links naar rechts:
Bart van Wees, technisch natuurkundige
De commentaren van de Spinoza-juryleden over Van Wees (1961) winden er geen doekjes om. ‘Zonder hem had ons onderzoeksgebied er heel anders uitgezien’, ‘zonder Van Wees zouden we zeker vijf jaar achterlopen’, ‘misschien staan we dankzij hem wel aan het begin van een tweede quantumrevolutie’. Deze toponderzoeker op het gebied van ‘spintronica’ deed al tijdens zijn promotieonderzoek een ontdekking die een heel nieuw onderzoeksveld binnen het vakgebied opende.
Maar daar bleef het voor Van Wees (verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en het Zernike Institute for Advanced Materials) niet bij. Naast andere belangrijke bevindingen op het gebied van elektriciteitstransport door quantumstructuren, ontdekte hij dat het wondermateriaal grafeen ‘elektromagnetische eigenschappen’ over een zeer grote afstand kan transporteren zonder kwaliteitsverlies. Inderdaad, behoorlijk technisch allemaal, maar zijn onderzoek zou wel eens een flinke impact kunnen krijgen op het elektronische leven van de consument. Het is niet voor niets dat Van Wees in het buitenland bekend staat als een zeer vooraanstaande onderzoeker, met diverse internationale onderscheidingen op zak.
Mihai Netea, experimenteel intern geneeskundige
Vlak na het vallen van De Berlijnse Muur eind jaren tachtig kreeg de in Roemenië geboren Netea (1968) de kans om een zomerschool in Amsterdam te volgen. Daar kwam hij in contact met internist en hoogleraar Jos van der Meer, die Netea de kans gaf om zijn promotie-onderzoek bij hem te komen doen. Sindsdien is Netea altijd in Nederland gebleven en wist hij aan de Radboud Universiteit en het Radboudumc uit te groeien tot een internationaal toonaangevende wetenschapper op het gebied van ontstekingen, het immuunsysteem en infectieziekten.
Netea geldt als een bijzonder veelzijdige onderzoeker en een pionier in zijn eigen onderzoeksgebied. Tot dusver is zijn grootste ontdekking dat het immuunsysteem van mens en zoogdier kennis door kan geven aan nieuwe generaties. In het wetenschappelijke tijdschrift Science beschreef hij ook precies hoe dat gebeurt. Verder leverde hij zeer belangrijke bijdragen aan de strijd tegen de levensgevaarlijke bloedvergiftigende schimmel Candida albicans en deed hij baanbrekend onderzoek naar de evolutie van het immuunsysteem van de mens. Veel van zijn ideeën werden binnen slechts enkele jaren gemeengoed en Netea ontving er verschillende (inter)nationale prijzen voor, waaronder nu dus ook de Spinozapremie.
Lodi Nauta, filosofisch historicus
Na 21 editities heeft het NWO dit jaar een verrassing in petto, want het is voor de eerste keer dat een filosoof een Spinozapremie wint. Nauta (1966), werkzaam aan deRijksuniversiteit Groningen, is niet de eerste beste: hij schreef een alom geprezen biografie over de invloedrijke Italiaanse humanist Lorenzo Valla en vertaalde een aantal van zijn geschriften. Beiden werden gepubliceerd in deI Tatti seriesvan de bijzonder prestigieuzeHarvard University Press. Daarnaast won zijn boek internationale prijzen, waaronder deBest book awardsvan hetJournal of the History of Philosophyen van deDutch-Flemish Association for Italian Studies.
Door dit alles werd Nauta een wereldwijd erkend specialist werd op het gebied van de geschiedenis van de filosofie, in het bijzonder de overgangstijd tijd van de middeleeuwen naar de moderne tijd.
Nauta’s onderzoeksgroep is wereldwijd the place to be voor onderzoekers binnen zijn vakgebied, ook omdat hij bekend staat als iemand die met écht nieuwe ideeën op de proppen komt en als een uitstekende mentor voor studenten en promovendi wordt beschouwd.
Wilhelm Huck, fysisch-organisch chemicus
Huck (1970) was eerder al actief als onderzoeker aan Harvard en Cambridge, maar werd door deRadboud Universiteitin 2010 terug naar Nederland gehaald. Daar startte hij een nieuwe internationale onderzoeksgroep die als doel heeft om op moleculair niveau te ontdekken op welke mogelijke manieren een levende cel - en daarmee het leven - in de geschiedenis kan zijn ontstaan. De werking van een cel is uiterst complex, maar Huck’s vernieuwende onderzoekslijn heeft al voor belangrijke nieuwe inzichten gezorgd. De Spinoza-Commissie verwacht dan ook dat er in de toekomst zeker nog nieuwe ontdekkingen gaan volgen.
Huck wordt nationaal en internationaal geroemd als een van de leidende figuren in de chemie, en als bepalend voor de internationale agenda binnen zijn onderzoeksveld. De inzichten van Huck’s onderzoekgroep gaan waarschijnlijk nuttig zijn voor de toekomst van de geneeskunde. Zijn ultieme doel is om een kunstmatige cel te bouwen waarvan de werking volledig duidelijk is.
‘Toponderzoekers steeds meer multidisciplinair’
De Voorzitter van de NWO-Spinoza-selectie-Commissie van dit jaar is de voormalige Directeur van het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) Jan Karel Lenstra. Zoals ieder jaar worden de winnaars gekozen door niet-Nederlandse wetenschappers en heeft Lenstra hierbij dus niets in de pap te brokkelen. Desondanks is hij erg tevreden over de uiteindelijke selectie.
Lenstra: “Er werden dit jaar veel voortreffelijke kandidaten voorgedragen. Daardoor was de selectie moeilijk en ik begrijp van mijn voorganger dat het in eerdere jaren niet anders was. Desondanks waardeerde ik het dat de sfeer ondanks de druk uitstekend en constructief was. Wat ik ook opvallend vind, is dat elk van de kandidaten in meer of mindere mate laat zien dat toponderzoek steeds minder monodisciplinair is. Huck is een chemicus maar betreedt met zijn pogingen een synthetische cel te maken de levenswetenschappen. Netea's werk laat zien dat geneeskunde steeds meer een beta-vak wordt. En Nauta combineert filosofie, geschiedenis en linguïstiek.”
Kortom, gaat dan alles goed met de Nederlandse wetenschap? Lenstra: ‘Kwalitatief zeker. Daar kan Nederland zich met de wereldtop meten. Kwantitatief gezien gaat het echter wat minder, omdat de financiering, vooral die van het ongebonden onderzoek, onder druk staat.’