Kunnen we het sportgen alleen van onze vader erven?

Patrick en Justin Kluivert, Johan en Jordi Cruijff, Jos en Max Verstappen – allemaal voorbeelden van vaders en zonen die beide succesvol zijn in de sport. Maar kunnen alleen vaders het sportgen doorgeven? Geneticus Hidde Haisma is duidelijk: "We krijgen de ene helft van onze genen van onze vader en de andere helft van onze moeder. Er is dus zeker een genetische relatie tussen vaders en zonen, maar ook tussen vaders en dochters. Die relatie is net zo sterk als die met de moeder."

Met andere woorden: sportgenen kunnen van beide kanten komen. De prestatie van vader en zoon Wennemars is volgens Haisma een goed voorbeeld. "De naam Wennemars is hier makkelijk te herkennen. Maar grappig genoeg heeft Erben zijn schaatstalent waarschijnlijk van zijn moeder."

Achternaam

De genetische kansen zijn dus volledig gelijk. Maar waarom zien we dan zoveel vaders en zonen in de sport? Volgens Haisma heeft dat meerdere oorzaken. "Meer dan 90 procent van het sportnieuws gaat over mannen," stelt de geneticus. "Daarnaast speelt nog iets anders mee: in klassieke gezinnen geeft de vader de achternaam door aan de kinderen. Daardoor is de naam gemakkelijker te herkennen."

Het begrip sportgen bestaat overigens wél, benadrukt Haisma. "Het zijn er een heleboel," legt hij uit. "We hebben zo’n 20.000 genen. Eén procent daarvan, ongeveer 200 genen, komt bij sporters anders voor dan bij andere mensen. Denk aan een beter uithoudingsvermogen of aanleg voor sprinten. Daarmee heb je een streepje voor."