Waar blijft de wielerjeugd?
- Nieuws
- Waar blijft de wielerjeugd?
Komende zondag gaat Mathieu van der Poel op voor zijn derde overwinning in de Ronde van Vlaanderen. En bij de vrouwen behoren Annemiek van Vleuten en Demi Vollering zeker tot de kanshebbers. Het gaat goed met het Nederlandse wielrennen. Tenminste, met de topsport. Want ondanks alle successen, blijft de nieuwe aanwas bij de jeugd beperkt. Ook de coronacrisis, toen er geen racefiets meer te krijgen was, heeft niet gezorgd voor meer jonge fietsertjes. Hoe kan dat? We spraken erover bij Spraakmakers.
Luister hier het gesprek terug.
Heel wat drempels
Volgens Gio Lippens, wielercommentator bij de NOS, kent starten met de wielersport wat drempels, zeker als kind. Zo heb je natuurlijk een fiets nodig en dat kost flink wat geld. Het is ook geen eenmalige investering, want na een tijdje heb je weer een nieuwe fiets nodig. "En je moet als ouder bereid zijn te rijden naar de wedstrijden." Andere sporten als hockey en voetbal zijn zo populair dat een wedstrijd nog wel eens tien kilometer verderop gehouden wordt, maar bij wielrennen is dat niet het geval.
Delen met andere ouders
"Je kunt daardoor het leed ook niet delen met andere ouders", zegt Robbert de Groot, hoofd opleidingen bij Het Nederlandse Jumbo-Visma. Bij andere sporten wordt er flink gebruik gemaakt van carpoolen. En dat is bij deze sport toch wat lastiger. Niet alleen omdat er te weinig mensen in de omgeving zijn die de sport beoefenen, maar ook omdat het stomweg niet past. "Naast de kinderen, moet je ook meerdere fietsen kwijt kunnen in je auto", zegt Lippens.
Afhankelijk
"Wat er georganiseerd wordt, wordt ook steeds minder", zegt De Groot. "Omdat er steeds minder mensen zijn die actief willen zijn in die jonge jeugd-activiteiten." Lokaal gaat het volgens hem nog wel, "maar zodra je wat niveau hebt en je wedstrijden verder weg zijn, ben je heel erg afhankelijk." Dat maakt het erg lastig, volgens De Groot.
En soms werkt het ook niet motiverend: "Dat je naar de Oostpolder rijdt, 3 uur in de auto zit en dan vervolgens na tien kilometer afgeschoten wordt, omdat je niet hard genoeg rijdt."
Materiaaldrempel verkleinen
Hier moet wat aan gedaan worden, vinden Lippens en De Groot. "Jong beginnen, op gaan leiden, tijd nemen en investeringen doen daarin. Dan gaat het weer goed komen", zegt De Groot. Zo is het volgens hem belangrijk dat de materiaaldrempel kleiner wordt. Clubs kunnen hier wat aan doen door fietsen beschikbaar te stellen: ze bijvoorbeeld te leen aan te bieden.
Verder is het volgens De Groot belangrijk dat jonge mensen zich laten zien bij wedstrijden. "Dat zijn meestal ook de mensen die zich later laten zien."
Geld nodig
De Groot vertelt dat zij een juniorenprogramma hebben opgericht. "Wij geven veel input in kennis en materiaal richting cycling class." Het is nieuw voor Nederland dat daar trainingen, coaches en faciliteiten full time beschikbaar zijn, vertelt hij. Dit kon eerder niet omdat er niet genoeg geld beschikbaar was. Hiermee geeft De Groot aan hoe belangrijk het is hierin te investeren.
Mis niets met de nieuwsbrief van Spraakmakers
Spraakmakers maken we mét jou als luisteraar. En om jou zoveel mogelijk bij ons programma te betrekken, versturen we een dagelijkse nieuwsbrief. Hierin vind je de stelling van de dag, de onderwerpen in de uitzending en een interessant artikel dat zeker het lezen waard is. Zo kun je gemakkelijk meepraten en mis je nooit meer iets!