In de voetsporen van sportieve ouders: ligt dat aan genen of opvoeding?
- Nieuws
- In de voetsporen van sportieve ouders: ligt dat aan genen of opvoeding?
Mick Schumacher, Kim Clijsters en Daley Blind: allemaal 'kinderen van' die net als hun topsportouders presteren op het allerhoogste niveau. Is het succes te danken aan genen of speelt opvoeding ook een rol? De Volkskrant vroeg het zich af, en in De Nieuws BV vertellen schaatsvader en -dochter Martin en Pien Hersman en geneticus Hidde Haisma over de perfecte cocktail die nodig is om topsporter te worden.
Video niet beschikbaar
Bij vader Martin werd het schaatsen er met de paplepel ingegoten. Zijn ouders waren beide grote schaatsliefhebbers, maar geen topsporters. Nadat hij op zijn twaalfde lid mocht worden van de schaatsclub, bleek Martin talent te hebben en werd hij in de jaren '90 een succesvol schaatser, vooral op de 1000 en 1500 meter. Op de schaatsbaan leerde hij ook zijn vrouw, Colette Zee, kennen. "De ijsvrijers zijn nog steeds bij elkaar", aldus een lachende Martin. Een tijd later kwam daar dochter Pien, die ook nu furore maakt op de schaatsbaan.
Maar een carrière als topschaatser hadden ze in eerste instantie niet gewild voor hun dochter. Zo mocht ze niet op schaatsen en moest ze eerst andere sporten in de buurt proberen. "Ze wilden niet dat mensen dachten dat ik gepusht werd", aldus Pien. Vader Martin vult aan: "Het creëert soms meer verwachtingen dan bij andere kinderen."
Genen of opvoeding?
Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan en zo kwam Pien op jonge leeftijd via de skeelerclub bij de schaatsclub terecht. Net als haar ouders bleek dat Pien het in zich had om een goede schaatser te worden. Martin gelooft dat dit voor een deel met de genen te maken heeft. "Je ziet gelijkenissen in het bewegingspatroon, al is ze wel veel meer een sprinter dan ik was."
Volgens geneticus Haisma zal ongeveer de helft van het succes van Pien te danken zijn aan de genen van haar sportieve ouders. Maar de omgeving waarin ze zich begeeft speelt ook een grote rol. "De mentale begeleiding van topsportouders sluit goed aan bij de ontwikkeling. Zelfs met de juiste genen moet de omgeving het stimuleren om topsporter te kunnen worden", aldus Haisma.