Het Ajax van Erik ten Hag: op zoek naar doelpunten

Een afstandsschot van Navarone Foor en twee treffers van Bryan Linssen lagen ten grondslag aan de drie punten van de Arnhemmers. Twee van de drie tegengoals van Ajax kwamen voor uit standaardsituaties, en dat was niet voor het eerst dit seizoen. De Amsterdammers kregen namelijk voor het eerst sinds 2011/12 (toen 12) minimaal negen doelpunten tegen uit standaardsituaties in een Eredivisieseizoen.

Weinig reden tot positivisme bij de Ajax-fans dus, en dat terwijl de aanstelling van Erik ten Hag juist nieuw elan moest brengen. Uit het aantal behaalde punten is daar nog geen sprake van: Ajax pakte dit seizoen gemiddeld 2,3 punten voor de winterstop, tegenover 2,1 sinds de aanstelling van Ten Hag.

Wat kan er beter?

Voorafgaand aan de wedstrijd repte de oefenmeester over het aantal passes. Daar zit, met de wedstrijd tegen Vitesse erbij, nog steeds een stijgende lijn in: gemiddeld 544 passes per wedstrijd, tegenover 529 voor de winterstop. Een groter aantal passes heeft echter niet geleid tot meer kansen bij Ajax: de ploeg loste onder het nieuwe bewind gemiddeld 11,5 schoten van binnen het vijandelijke strafschopgebied, tegenover 14,2 voor de jaarwisseling.

In verdedigend opzicht is er statistisch wel verbetering te zien bij Ajax. In de eerste seizoenshelft kregen de Amsterdammers gemiddeld 6,2 schoten van de tegenstander in de eigen zestien te verwerken; onder Ten Hag ligt dit cijfer op slechts 3,4. Bij Ajax lijkt achterin dus momenteel eerder sprake van de ongeluksfactor dan een structureel probleem. Er ligt nog een aardige puzzel klaar voor Erik ten Hag, die op jacht zal moeten gaan naar aanvallende stootkracht zonder verdedigend kwetsbaar te worden. Is Mateo Cassierra misschien het antwoord? De in de 60e minuut ingevallen Colombiaan loste meer schoten (5) en schoten op doel (3) dan iedere andere Ajax-speler tegen Vitesse. Volgende week volgt tegen sc Heerenveen een nieuw examen.