Amels na historisch goud hoogspringen: 'Ik moet niet te veel bezig zijn met de hoogtes'

"Gedurende het seizoen merkte ik dat ik goed in vorm was", zegt Amels. "Bij de kwalificatie op het EK zijn er achttien springers, de beste acht mogen op zondag de finale springen. Ik had maar twee sprongen nodig om mezelf te kwalificeren. Toen begon meer het besef te komen dat de medailles in zicht zijn."

Jezelf in de weg zitten

"Het risico ligt op de loer dat je jezelf in de weg zit. Ik moet niet te veel bezig zijn met de hoogtes. Waarom was de voorbereiding op dit EK voor mij zo goed? Ik wist: dit zijn ongeveer de hoogtes waar de medaillestrijd zich gaat plaatsvinden. Ik kon het EK in gaan met het gevoel dat ik die hoogtes zou kunnen springen, dus daar hoefde ik niet mee bezig te zijn", vertelt Amels.

"Ontspanning is belangrijk. Zelfs in de aanloop ben je op zoek naar een bepaalde ontspanning. Er zit ook een vorm van controle en souplesse in. Op het moment dat je afzet, kan je niks meer toevoegen. Het is wat het is. Ook daar weer: niet te veel willen doen. Alle bewegingen die je tegen het momentum in maakt, zijn fataal."

Internationaal doorbreken

Amels voert al jaren het Nederlandse hoogspringen bij de mannen aan. In Apeldoorn pakte hij in februari zijn negende nationale indoortitel. Buiten heeft hij er ook negen achter zijn naam staan. De Fries veroverde in 2013 goud bij de Europese kampioenschappen onder 23 jaar. Hij moest lang wachten op een nieuw moment om internationaal te excelleren. "Hier was ik wel aan toe", gaf hij zondag toe.