VVD pleit in verkiezingsprogramma voor sterke overheid die moet leveren
- Nieuws
- VVD pleit in verkiezingsprogramma voor sterke overheid die moet leveren
De VVD pleit in haar nieuwe verkiezingsprogramma voor een sterke overheid die moet leveren. Dat onthult Uri Rosenthal, de voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie van de VVD, in WNL Haagse Lobby op NPO Radio 1.
Video niet beschikbaar
Vrijdag wordt het nieuwe verkiezingsprogramma van de VVD gepresenteerd, maar Rosenthal licht alvast een tipje van de sluier op. De titel wil hij de voormalige minister van Buitenlandse Zaken niet geven, wel dat in de ondertitel duidelijk wordt dat de VVD echt nieuwe keuzes gaat maken. “Het zijn nieuwe tijden, anders dan de vorige eeuw, zal ik maar zeggen.”
‘Overheid hoeft niet groot te wezen’
De VVD blijft een partij van law and order en veiligheid. “Dat verloochenen wij natuurlijk helemaal niet. Maar op een aantal punten zetten wij een koers uit die misschien wel even opmerkelijk kan worden genoemd. Zo pleiten wij voor een sterke staat, een sterke overheid maar wel een overheid die ook moet leveren en uitvoeren wat ze zegt dat ze zal doen. Een beetje weg van het mantra van per se een kleine overheid. Hij hoeft niet groot te wezen maar wel krachtig.”
Ten tweede noemt Rosenthal de vrije markt die wel gereguleerd moet worden. “Die moet bijgeschaafd worden op alle rafelranden die aan het kapitalisme zitten. Wij zijn voor de markt maar monopolies en oligopolies moeten het niet voor het zeggen hebben.”
‘Toch een nieuwe koers’
Ook sociale rechtvaardigheid is een belangrijk punt in het verkiezingsprogramma, mede ingeven door de uit de politiek vertrekkende Klaas Dijkhoff. Zo noemt Rosenthal een samenleving die fair is belangrijk. “Het geeft de koers van de partij aan. Wij vinden dat dat fair gericht moet zijn op middengroepen in de samenleving en het midden- en kleinbedrijf die te lang stil hebben gestaan. Dat is toch een nieuwe koers.”
Wel benadrukt de voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie dat een sterke samenleving gebaseerd moet zijn op economische groei. “Die komt van het verdienvermogen van het bedrijfsleven, grote en kleine bedrijven.”