BBB: geef kleine natuurgebieden op, maak grotere natuurgebieden

Wiersma is niet per se voorstander van minder hectaren natuur, maar het moet meer geconcentreerd worden. "Van de 32 gebieden die kleiner zijn dan 200 hectaren, is 80 procent overlast met stikstof, maar van de grote gebieden kampt slechts 20 procent met een overbelasting", stelt ze. Als je kleine gebieden opgeeft, kun je de grote gebieden beter beheren, stelt ze.

"In Groningen heb je een natuurgebied dat heel klein is. Om dat te beschermen moeten er vijf boeren weg, omdat het helemaal ingebouwd zit", geeft ze als voorbeeld. Dat weegt niet tegen elkaar op: "Voedselproductie verdient een hogere prioritering."

Bioloog Arnold van den Burg is het niet eens met Wiersma. "In plaats van het probleem oplossen, ga je de norm aanpassen", zegt hij. Wat hem betreft hoeft de landbouw niet weg, maar moet het natuurvriendelijker en duurzamer worden. "Het helpt niet om ergens een postzegeltje weg te halen, de boeren moeten zich aanpassen aan de nieuwe realiteit, die van ecologische duurzaamheid." Dat moet hand in hand met de overheid, denkt hij: "We moeten elkaar vasthouden."

Omdenken

Emeritus hoogleraar mariene biologie Han Lindeboom heeft nog een alternatief: veel meer maatwerk. "We moeten omdenken", zegt hij. Hij pleit ervoor om naar elk natuurgebied los te kijken. In het Lonnekermeer in Drenthe, waar hij zelf onderzoek deed, bleken vooral boerderijen ten westen van het gebied een probleem te vormen, omdat de stikstof vanuit daar met de wind in het meer terecht kwam. "Als de boerderij ten oosten zit, is er weinig aan de hand." Zo'n analyse kun je van elk gebied maken, vindt hij.

Van den Burg snapt dit idee, maar hij vindt dat het geen smoes moet zijn om niet te reduceren. "Het gaat er niet om welke soorten waar leven, het gaat om het fundament onder een ecosysteem wat wordt aangetast door stikstof", zegt hij. "Je moet sowieso reduceren."