Waarom 250 Kamerleden te veel zijn (of juist te weinig)

Ondersteuning

'Nee', antwoordt politiek commentator Wouter de Winther resoluut op de vraag of het plan van Volt en ChristenUnie een goed idee is. Hij snapt wel dat juist zij als kleine partij meer Kamerleden en dus slagkracht wensen. Maar volgens hem zijn er nu al te veel Kamerleden waarvan hij denkt "goh, zouden zij een drukke dag hebben vandaag?"

De crux voor een beter functionerend parlement zit volgens hem in betere ondersteuning van de Kamerleden. Ook vind hij dat politici - die onder enorme druk staan - beter betaald moeten worden.

'Relatief klein parlement'

Paul Bovend'eert vindt het voorstel wél een goed idee. Volgens de hoogleraar staatsrecht heeft Nederland in vergelijking met andere landen en het aantal inwoners een relatief klein parlement. "Het stamt uit de jaren vijftig en we zijn in die tijd enorm gegroeid." Ook de wet- en regelgeving is complexer dan toen.

Alleen betere ondersteuning voor de Kamerleden, is volgens hem niet genoeg. Bovendien is dit onlangs nog behoorlijk uitgebreid en op niveau gebracht, volgens Bovend'eert. "We moeten dus ook wat doen aan de samenstelling van de Kamer."

Versplintering en kleine partijen

Maar meer Kamerleden betekent volgens hem niet direct dat er betere controle is van het kabinet. Versplintering en kleine partijtjes zijn volgens hem een groot probleem. Maar ook de ‘dichtgetimmerde’ regeerakkoorden en het feit dat Kamerleden gemiddeld maar vier jaar in het parlement zitten. "Het blijft een heel pakket aan maatregelen die je moet overwegen."

Kiesdrempel

Om de versplintering te voorkomen, hebben ze in Duitsland een flinke kiesdrempel van 5 procent. Daar kan het jaren duren voordat een partij ook echt in het parlement komt. "Je kunt ook volstaan met een kleinere kiesdrempel, maar dan nog houd je redelijk kleine partijen in het parlement die eigenlijk de beleidsdossiers niet allemaal goed kunnen oppakken", zegt Bovend'eert. "In dat opzicht blijft het interessant om te denken aan uitbreiding."