Wat als je zoon een wietplant op zijn kamer wil

''Je moet het gewoon verbieden. Ik word pislink van al die ouders die het drank- en drugsgebruik van hun kinderen maar een beetje vergoelijken.'' Het is een vriend van me die dit zegt. Hij werkt veel met jongeren en signaleert een enorme toename in het gebruik van wiet.

Ja, mij was het ook al opgevallen. Niet in de laatste plaats omdat één van de zoons zaadjes besteld bleek te hebben. Zaadjes? Ja, wietzaadjes. Nadat ik was bijgekomen van een hyperventilatieaanval en met mijn voeten in een mosterdbadje zat, begreep ik dat de zoon het plan had opgevat een wietplant te gaan laten groeien.

Nou is de goede jongen voor weinig te porren maar het zaadjesverhaal had zijn volledige interesse en focus. Alles had hij erover opgezocht, hoe ze te verzorgen, licht, lucht en grond, alles.

''Ja maar, ik wil het niet hebben'', zei ik zwakjes. ''Ik wil geen wietplant in mijn huis.'' Er kwamen hele discussies, over dat het mocht want legaal, en je mocht vijf wietplanten houden, en daar was helemaal niks mis mee.

Hij blowde zelf niet

En ja, wat zeurde ik nou, want hij blowde zelf toch niet. Hij vond het vooral interessant om te kijken hoe deze mooie plant groeide. Ik kreeg plaatjes te zien van enorme bosschages bijna paarse wietplanten. ''Mooi hè?'', verzuchtte de zoon gelukzalig.

''Maar, ik wil het niet hebben'', zei ik weer. De vader des huizes dacht hier anders over. Eén zo’n plant, wat maakt het uit. Nou, mij maakte het wel uit. Ik heb de plant maanden genegeerd tot ik werkelijk van de lucht uit zijn kamer al stoned werd.

Wat moet je ermee als ouder

De uiteindelijke oogst heeft hij aan zijn blowende vriend verkocht. Een actie waar ik ook een lichte hartaanval van kreeg. ''Dus je bent aan het dealen'', riep ik met hysterische stem uit. ''Neehee, hij wil het gewoon kopen en bij mij is het dan goedkoper voor hem. En ik verdien er nog wat aan.'' Ja, dealen dus.

Ik heb nooit iets van rode ogen bij de zoon gezien. ''Ja, ja'', zegt een andere vriend van me. ''Geloof je het zelf dat hij niet blowt? Natuurlijk doet hij dat. Al die lui blowen. Bij mijn zoons ruik je de wietlucht al op het schoolplein.''

Ik krijg een steek in mijn maag. Ja, ik ben zo’n domme gans ook. Rappers als Boef blowen zich de ziekte in hun clipjes en die hele rapcultuur is voor jongeren mega gaaf. Scholen zien het en houden het onder de pet. Maar wat moet ik ermee, als ouder? In de moestuin staat inmiddels de wiet van mijn zoon op kruinhoogte naast de boontjes heb ik begrepen. Ik hoop op een alles verwoestende hagelbui.

Phaedra Werkhoven is elke dinsdag te horen bij De Nieuws BV over opvoeden en ouderdillema's in De Nieuws BV Junior.