IS-kinderen zijn van ons, tegen wil en dank
- Nieuws
- IS-kinderen zijn van ons, tegen wil en dank
IS-strijders, -bruiden en -kinderen buitelen over elkaar in de nieuwsberichten van de afgelopen week. Alles wat met dat nepkalifaat in Syrië te maken heeft, wordt met een lange stok op afstand gehouden. Nederlandse IS-strijders? Laten we lekker daar om berecht te worden, zijn wij er van af. Nederlandse IS-bruiden? Ligt iets ingewikkelder, maar het liefst laten we die ook in de zandbak zitten, als straf voor hun nogal onhandig opereren op de internationale datingmarkt. En nu zijn we dus bij de kinderen aangekomen, wat gaan we daar mee doen?
Het kabinet lijkt (nog) met een stem te spreken: nee, we gaan die kinderen niet terughalen. Maar de coalitie is verdeeld. CU en D66 blijken nog een hart te bezitten, hetgeen geen vanzelfsprekendheid voor politici is: zij willen eigenlijk deze terreurkleuters uit de door hun ouders om onduidelijke redenen gekozen zandbak terughalen naar Nederland. Want kinderen. Want barmhartigheid. Ik vind dat mooi.
Tegelijkertijd waren we deze week getuigen van de definitieve ontmanteling van de ‘C’ van het CDA. De van oorsprong christelijke partij vreest dat IS deze bruiden en hun terror kids inzet om in het land van herkomst, Nederland, de heilige strijd met rammelaars en poepluiers voort te zetten. Ook goed. Weten we gelijk waarom we niet meer op het CDA stemmen. Met je ‘appel’. Een appel op egoïsme zeker.
Niet fijn
Nee, de IS-kinderen zijn ons probleem, of we dat nu leuk vinden of niet. We moeten ze dan ook terughalen. Allemaal. En nee, dat is niet leuk, niet fijn, niet politiek correct, niet electoraal verstandig, maar het moet. En wel om een aantal redenen. Ten eerste zijn de IS-bruiden, net als hun eventuele bebaarde echtgenoten, Nederlandse staatsburgers. En zelfs als alleen de moeder Nederlands is, dan nog zijn die kinderen half-Nederlands. Deze strijders en hun bruiden en kinderen in Syrië laten verrotten, getuigt niet van verantwoordelijkheid nemen. Ze zijn bij ons geradicaliseerd. We hebben ze niet tegengehouden. Nu moeten wij ze opvangen. En berechten en heropvoeden tot we een ons wegen. Kwestie van verantwoordelijkheid nemen.
Ten tweede gaat het hier om kinderen tot een jaar of vijf, zes. Ouder kunnen ze niet zijn, aangezien zelfs de meest reislustige IS-bruiden en hun vrijzame echtgenoten tijd – tenminste negen maanden – nodig hebben om het kind te verwekken en te baren. Deze kinderen zijn nog te jong om geheel en al geïndoctrineerd te zijn met extremistische ideeën, het zijn kinderen die bang zijn in het donker en buiten willen spelen met hun vriendjes. We importeren geen would be-terroristen, maar kleuters die zonder onze barmhartigheid veroordeeld zijn tot een rottig en ellendig leven tot een vroegtijdige dood hen uit hun misère bevrijdt. Kwestie van barmhartigheid.
Strategisch nadenken
Ten derde is het omgekeerde ook waar. Als we deze IS-bruiden en vooral hun kinderen niet naar Nederland halen, veroordelen we ze eigenlijk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot een leven van radicalisering, extremisme en geweld. In Syrië en omliggende gebieden gaan deze opgroeiende kinderen niet ineens genuanceerd over de wereld nadenken. In tegendeel, ze zullen van alles en iedereen in hun directe omgeving, die voor een belangrijk deel uit oud IS-volk bestaat, worden opgevoed om het Westen te haten met alle haat die hun opgroeiende hartjes kunnen vasthouden. Kwestie van strategisch nadenken.
Met andere woorden: haal die kinderen naar huis. En als je dat niet doet uit barmhartigheid, doe het dan uit welbegrepen eigenbelang. Dat laatste zou ook het CDA toch moeten kunnen begrijpen.
Frank Bosman is cultuurtheoloog